Spaghetti carbonara (vegan)

Wil je meer groenten op je bord? Vervang dan eens pasta of rijst door groenten, zoals courgette spaghetti of bloemkool rijst. Tot mijn verbijstering zelfs kant en klaar te koop in de supermarkt. Of gebruik een groente om saus te maken. Met deze ‘spaghetti carbonara‘ doen we allebei.

Een stuk minder vet
Oorspronkelijk maak je pasta carbonara door hete pasta te mengen met een ei / slagroom mengsel, kaas en uitgebakken spekjes. Deze knolselderij / wortel variant is niet alleen veganistisch maar ook nog eens een stuk minder vet en zonder koolhydraten. Het heeft dan ook weinig meer met het origineel te maken. Behalve dan dat het een heel lekkere combi is met een gladde, romige saus.

Wortelspaghetti
Simpel zat, de wintervariant van de courgette spaghetti. Om het zelf te maken heb je een spiralizer nodig of een ander werktuig om sliertjes te maken. Je kunt de wortel kort blancheren of meekoken met de saus.

Carbonara
Maak knolselderij schoon en snij in stukken. Kook gaar in een mengsel van groentenbouillon en slagroom (ong 15 min of totdat de knolselderij uit elkaar gevallen is) pureer tot een hele gladde saus (voeg eventueel nog wat vocht toe  tot juiste dikte). Maak op smaak met peper , zout en verse kleingesneden salie blaadjes. Eventueel kun je de salieblaadjes kort frituren. Of garneer de saus met gebakken uitjes voor een lekker crunch.

Combineer deze ‘spaghetti carbonara’ bijvoorbeeld met preikoekjes en een salade van winterpostelein.
Wortel spaghetti knolselderij carbonara, hier met preikoekjes en winterpostelein

Verrassende vegetarische afhaalmaaltijden

Dit gerecht heb ik aangeboden als afhaalmaaltijd. Elke (vega) vrijdag kun je een verrassende vegetarische maaltijd afhalen in de Zandweerd, Deventer. Zoveel mogelijk gemaakt van bioloigsche, lokale seizoensgroenten. Woon je in Deventer en wil je ook mee(k)eten? Stuur dan een bericht naar keetmee@gmail.com. Bekijk deze en meer gerechten ook op instagram of op mijn facebook pagina.

Loempia met chilisaus

Altijd fijn als een zelf geknutseld gerecht simpeler, lekkerder en ook nog eens gezonder is dan het origineel. En dat is het geval met zowel de loempia als de chilisaus. Eenvoudig te maken en nu al toppers.

Groentenpakketje
In de loempia kun je ook nog eens lekker veel van je wintergroenten kwijt, maar een kant en klaar zakje roerbakgroenten kan natuurlijk ook. Wat ei erbij, eventueel wat mie(hoen) en voila je hebt gewoon een hele maaltijd. Deze loempia’s maak je met filodeeg en gaan zo in de oven. Wil je geen deeg gebruiken, maak dan een dunne omelet van het ei en wikkel je groenten daarin, uiteraard gaat het dan niet meer in de oven.

Loempia: gebruik ong. 200 gr groenten p.p. en 2 filodeeg lapjes
oven voorverwarmen op 190C

  • Laat het filodeeg ontdooien in een vochtige theedoek
  • Snij de wintergroenten in niet al te grote stukken en wok deze in de pan, net beetgaar, maak op smaak met sojasaus. Lekker zijn groenten als: kool, prei, wortel, paksoi en taugé (of andere pittige kiemgroenten)
  • Kluts 2 eieren en bak hiervan een dunne omelet, even af laten koelen en dan oprollen en in reepjes snijden (of bewaren om je groenten in te wikkelen) nb kleine blokjes tofoe zijn ook lekker.
  • Leg een lap filodeeg op een plank, kwast in met olie leg de tweede lap erboven op. Schep de groenten erop en eventueel de stukjes ei.
  • Vouw eerst de zijkanten dicht en rol de loempia dan op (kijk in dit filmpje van Chickslovefood hoe je dat doet)
  • Bestrijk de bovenkant met olie en strooi er ruim sesamzaadjes op.
  • Ong 15 min in de oven.
  • Serveer met sojasaus of met je eigen chilisaus:

Chilisaus zoet-zuur

Okee, het is nog beter om chilisaus te fermenteren, maar deze maakte ik in een handomdraai zelf om dezelfde dag nog te eten. Gebruik verse of gedroogde chilipeper, met of zonder zaad (met zaad is scherper). Hieronder het originele recept van Piens keuken. Zelf heb ik gewoon suiker gebruikt, en nog wat gember-, en granaatappelsiroop en zo nog wat dingetjes die me wel lekker leken…

  • 3 Spaanse pepers, 2 teentjes knoflook
  • 190 ml water,
  • 50 ml agavesiroop of honing, suiker
  • 75 ml appelazijn
  • zout
  • 1 el maiszetmeel / maizena en water om te binden

Hak de peper en knoflook fijn in een vijzel of keukenmachientje; zet water op met siroop/honing/suiker, appelazijn en voeg de chilli met knoflook toe; laat minstens 4 minuten koken.
Meng de maizena met een beetje water en roer tot een papje, voeg aan de kokende vloeistof toe en roer totdat het een beetje gebonden is. Schenk de chilisaus in een flesje.

Insecten eten III

Zou jij ook insecten eten?
Deze week werd bekend dat het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) als eerste meelwormen heeft goedgekeurd voor menselijke consumptie. Naar verwachting zullen er nog andere eetbare insectsoorten gaan volgen. Het klinkt revolutionair maar in veel landen is het eten van insecten traditioneel onderdeel van het menu. Zelf experimenteerde ik een aantal jaren geleden al met het klaarmaken en eten van meelwormen (zie bericht hieronder). Is dit iets wat je vaker zou eten, was mijn vraag ook toen. Het antwoord was een volmondig ‘ja’ want ik vond het echt lekker. En de meelwormen kunnen natuurlijk makkelijk verwerkt worden in allerlei voedingsmiddelen. Inmiddels ben ik er niet meer zo zeker van dat insecten in Nederland snel geaccepteerd zullen worden. En net als bij andere dierlijke eiwitbronnen, het is ook niet perse nodig. We hebben inmiddels een geweldig plantaardig alternatief: namelijk peulvruchten!
Hier lees je het oorspronkelijke blog.

https://nos.nl/artikel/2364258-eu-geeft-groen-licht-voor-meelwormcurry-en-pasta.html

Nootjes met pootjes (insecten eten II)

Geplaatst op 9 november 2014|

1534760_10204051147737842_8388130941940701413_o
meelwormen in de pan

Stoer waren ze wel, de mee-eters van de aanschuiftafel in Deventer: de meelwormen die op het menu stonden gingen allemaal op! En dan heb ik het niet over een paar frummeltjes verstopt in een koekje, zoals ik zelf weleens eerder heb geprobeerd (zie insecten eten I). Of verwerkt in een burger zoals in de schappen van een grote supermarkt keten. Nee, dit was ‘hard-core’ insecten eten met duidelijk herkenbare wormen. Sommigen dachten dat ze zelfs nog bewogen maar dat was natuurlijk niet zo. De wormen waren ‘humaan gedood’ door ze in de vriezer te stoppen en daarna flink gebakken. De eerste hap is even slikken maar de wormen blijken echt lekker om te eten. ‘Het smaakt naar nootjes maar dan met pootjes’, volgens de website duurzaam insecten eten.

Het klaarmaken van de meelwormen is verrassend eenvoudig: je kunt ze eenvoudig door de olie en bloem wentelen en dan frituren. Ik bakte ze liever in de pan met een uitje, wat tomaatjes, peper/zout. Dat is alles!

Afgezien van een nieuwe eet ervaring, leverde de maaltijd ook veel ‘food for thought’ en vragen op: is het eten van wormen ook zielig, zoals een van de kleinste eters opmerkte; krijg je niet net zulke excessen als bij kweekvis; is dit iets wat je vaker zou eten? Het antwoord op de laatste vraag is wat mij betreft een volmondig ‘ja’. Als je perse dier wilt eten (en dat is niet echt noodzakelijk) is dit een heel goed en smakelijk alternatief.

Rest nog de vraag ‘hoe kom je eraan?’ Onze meelwormen waren ‘eigen kweek’. Hoe je dat doet kun je vinden op onderstaande site.

cropped-Insecten-Eten-Duurzaam1

Alles wat je wilt weten over insecten eten – entomofagie. Met ervaringen en tips rondom het eten van het vlees van de toekomst: ‘fruits de terre’

:

Lekker lokaal

Gala en Svatava

Zeg eens eerlijk, welk appeltje kies jij? Links of rechts? De linker is een regulier Gala appeltje uit de lokale supermarkt, de rechter een Svatava appel van een lokale biologische fruitkwekerij. Toegegeven, toen mijn lokale streekkruidenier deze appels bezorgde, fronste ik ook even de wenkbrauwen. Ik bedoel, er kan natuurlijk weleens wat mis gaan maar er zijn grenzen. Alvorens mijn beklag te doen, toch maar even de proef op de som nemen. Er kwam een prachtig, gaaf appeltje tevoorschijn onder de ruige schil: heerlijk fris zuur, maar niet te, en lekker stevig. ‘Het ziet er niet uit, maar is wel heel lekker’, was de conclusie.

t Is niet altijd wat het lijkt

Hoogstamfruit
De ´Svatava´ appel is genoemd naar een rivier in Tsjechië, die in Duitsland ontspringt. Het is een nieuw schurftolerant ras en daarom geschikt voor ecologische teelt. De appel is afkomstig van lokale biologisch fruitteler Hekkert uit Terwolde -op nog geen 10 km afstand van mijn huis- aan de overkant van de IJssel. Hekkert is gespecialiseerd in hoogstamfruit. Hoogstamboogaarden zijn van oudsher kenmerkend voor het rivierengebied maar zijn sinds de jaren vijftig praktisch uit het landschap verdwenen. Net als de grote diversiteit aan appelrassen. Laagstamteelten zijn lucratiever en het is nu eenmaal makkelijker (en goedkoper) om veel van hetzelfde te produceren. Dat lijkt efficiënt, maar is een groot risico voor de biodiversiteit.

Veel van hetzelfde
En zo kan het voorkomen dat er in de supermarkt eigenlijk altijd dezelfde soorten appels te vinden zijn. Ruim van tevoren worden prijs- en leveringsafspraken gemaakt met telers. Ze voldoen aan vastgestelde normen qua grootte, smaak en uiterlijk. Makkelijker voor het transport ook als alle appeltjes dezelfde grootte hebben, passen dezelfde hoeveelheden in een kist. Appels worden massaal uit Chili of Nieuw-Zeeland geïmporteerd ook als er in Nederland genoeg aanbod is. Supermarkten doen aan winstmaximalisatie, dus als het elders goedkoper kan dan gaan ze daarvoor. Voldoen ze niet aan de norm dan worden complete oogsten afgekeurd en weggegooid. Als daar in toenemende mate kritiek op komt, worden appeltjes herpakt en als ‘Buitenbeentjes’ verkocht. Geeft ons als consument toch het gevoel dat we goed bezig zijn.

Is dit cynisch? Het hele systeem is cynisch.
Want ondertussen worden we constant om de oren geslagen ‘dat biologisch te duur is’ of ‘de wereld niet kan voeden’ of erger nog ‘de consument er nu eenmaal om vraagt’.
Hûh, ik?

Eerlijk gezegd had ik hier vroeger geen benul van. Ik kocht altijd dezelfde, keiharde groene Granny Smith om zo te eten en Goudreinetten voor de taart. Geen idee dat er zoveel soorten zijn (alleen in Nederland al een kleine duizend variëteiten!) die soms alleen in een bepaalde streek groeien of maar beperkt aantal weken in het jaar te koop zijn.

‘Gaaf hè?’ zegt Erik de streekkruidenier, die ‘s avonds laat de boodschappen nog komt bezorgen, ‘De appels komen zo van de boom, ik zag ze nog hangen bij Hekkert’

Voldoening
En hiermee komen we bij iets waar ik vroeger ook geen benul van had: wat een enorm plezier en voldoening geeft het om te weten waar je eten vandaan komt; wat een ontdekkingen aan smaken en soorten. Hoe fijn is het te weten dat je bijdraagt aan een gezond systeem en niet aan eentje die de aarde uitput en kapot maakt. Maar vooral dat je een lokale ondernemer steunt met hart voor zijn/haar product en klanten en niet een anonieme multinational die alleen uit is op winst. Ik hoop dat veel mensen die afgelopen maanden misschien voor het eerst bij een lokale bio boer kwamen, dit ook ontdekt hebben.

Koop bio – koop lokaal en van het seizoen.

Niet alleen omdat het beter is voor de Aarde, maar voor ons allemaal.
En je er ook nog eens blij van wordt.

Ethiopische pompoensoep (d’ba zigni)

Kijk! Zo krijg je op eenvoudige manier avontuur op je bord. Als basis een gewone, niks mis mee pompoensoep en dan een flinke schep zelfgemaakte Ethiopische specerijenmengsel (Berbere) erbij. Er gaat ineens een wereld open! Heerlijk om zo te spelen met kruiden.

Zelf kende ik de Berbere niet als mengsel, meestal gebruik ik het meer bekende Ras-al-hanout (uit de Marokaanse keuken) Grotendeels komen de specerijen overeen: komijn, kruidnagel, koriander, kurkuma, kaneel, piment. Wat opvalt bij de Berbere is de fenegeriek en de overmaat aan chilipeper. Berbere betekent dan ook HEET, dat vermoeden had ik al. Soep maken is proeven, proeven en proeven maar na 1 hap was mijn mond totaal verdooft. (iets teveel van het kruidenmengsel gebruikt) Een schepje suiker erbij, dat verzacht de hitte een beetje, nog een scheutje sap van ingelegde citroen, wat kaneel. Op mijn bord nog een flinke klodder dikke yoghurt erbij: dat trucje kennen we uit de Indiase keuken.

Ook voor wat betreft de groenten kan ik het niet laten nog een-beetje-van mezelf toe te voegen: wat spinazie uit de vriezer; gekookte witte bonen om er een maaltijdsoep van te maken; bleekselderij voor het knappertje. Mag het nog wel Ethiopische soep genoemd worden? Wat maakt het uit. Hieronder de basisvariant.

it’s your soup! (vrij naar Bob Ross)
Berbere

De Berbere kun je vast ook kant en klaar kopen maar het is erg leuk om zelf eens zo’n mengsel te maken. Er is geen vast recept, neem gerust meer of minder van een specerij als je dat lekker vind. (ik neem meer gember en fenegriek en minder kruidnagel) Gebruik zoveel mogelijk hele zaden die je in een vijzel stampt en wrijft tot een poeder. Heb je hier niet de beschikking over, dan gebruik je poeder. De zaden winnen enorm aan smaak als je ze eerst roostert.

  • 2 theelepels korianderzaden
  • 2 theelepels komijnzaad
  • 6 kruidnagels
  • 6 groene kardemomzaden
  • ½ theelepel zwarte peperkorrels
  • 2 theelepel fenegriekzaad
  • ½ theelepel kurkumapoeder
  • 2 theelepels gemberpoeder
  • ½ theelepel nootmuskaat (vers geraspt)
  • ½ theelepel kaneelpoeder
  • 2 theelepels grof zeezout

Rooster de hele zaden in een droge koekenpan, totdat de kruiden gaan geuren. Hou de pan in beweging. Laat afkoelen en maal tot poeder in de vijzel. Voeg de andere specerijen toe.

Pompoensoep
  • Verhit 1 á 2 el olie in een braadpan. Snipper een grote ui en bak deze zachtjes totdat ze goudbruin is (neem gerust de tijd). Voeg 2 tl berbere toe, 3 el tomatenpuree, een stuk (ca. 5 cm) versgeraspte gember en bak dit mee met de ui.
    Voeg ca 750 gr pompoenblokjes toe, blikje tomatenstukjes, zout en wat water tot de gewenste dikte.
    Laat het pruttelen totdat de pompoen zacht is en breng de soep goed op smaak.

Proef – proef – proef!