Atjar is een heerlijke smaakmaker uit de Indonesische en Indische keuken. Atjar betekent ‘zuur’ en gebruik je meerdere groenten dan heet het atjar tjampoer (gemengd zuur). Deze atjar is alleen van courgette en uien, maar een verloren worteltje kan er ook makkelijk bij voor het kleuraccent. Andere groenten die je erbij kunt doen zijn witte-, of Chinese kool en paprika.
Kleine courgettes zijn het lekkerste om zo te eten (of als tapas, zie hiervoor). Maar ben je op vakantie geweest of let je even niet op dan zit je ineens met zo’n joekel in je maag. In de soep is dan het enige wat rest (of de composthoop) maar op een gegeven moment heb je het wel gehad met de courgette.
Op BD boerderij de Oosterwaarde is elke zomer een inmaakploeg actief. Eerst worden de augurken ingemaakt en vervolgens zijn de courgettes aan de beurt. Het is altijd heel bevredigend aan het eind van de dag de rijen volle potten te zien. Op deze manier kun je de courgette goed gebruiken en heb je nog wat in de winter. Dit is het recept wat we gebruiken:
- Rasp op de grove rasp 2 kg schone courgettes (niet geschild) en 650 gram ui (wel geschild) en meng ze goed door elkaar.
- Voeg 1 el. zout toe en zet het mengsel in een vergiet om minimaal 1 uur uit te lekken. Pers het ieder kwartier uit.
- Doe in een grote pan: het ui-courgette mengsel; 1,35 l. azijn; 125 gr suiker, 1 el. koenjit; 1 el. peperkorrel; 1 el. dragon’; 1 volle el. selderijzout.
- Breng aan de kook en laat 15 min. sudderen tot alles mooi geel is.
- Schep het hete mengsel in schone potten en schroef de deksel goed dicht. Laat de potten onderste boven afkoelen.
- Laat de potten minstens 6 weken staan voor gebruik zodat de smaken goed zijn ingetrokken. De atjar blijft heel lang houdbaar mits goed ingemaakt (schoon en vacuüm)