Op smaak

Ben jij er zo een die alleen maar zout en peper gebruikt in je keuken? Omdat je eigenlijk niet weet wat je aan moet met kruiden? Dat is jammer want met kruiden geef je een extra dimensie aan je eten. Je geeft niet alleen smaak aan een gerecht waardoor dit aantrekkelijker wordt maar kruiden kunnen ook bijdragen aan een betere vertering, vermindering van zoutgebruik en gevoel van voldoening. En daarvoor hoef je niet alleen je keukenkastje open te trekken.

Wat bedoelen we eigenlijk met ‘kruiden’ in de keuken? Allereerst is er natuurlijk het gebruik als werkwoord. In de volksmond hebben we het over kruiden in de zin van ‘op smaak brengen’. En ja, dat gebruiken we ook voor zout, dat een mineraal is en geen plant. Maar het werkwoord komt natuurlijk van ‘kruid’: een plant of plantdeel dat een specifieke smaak of geur aan iets geeft.


Kruid of specerij?

Strikt genomen is een kruid een plant met een ‘niet-houtachtige’ stengel, meestal uit een gematigd klimaat. Denk bijvoorbeeld aan peterselie, basilicum en oregano. Gebruikt in de keuken, noemen we het een keukenkruid. Daarnaast kennen we ook specerijen. Hiermee wordt meestal verwezen naar een plant uit andere, voornamelijk tropische klimaten. Van deze planten worden ook de wortels, zaden, peulen, bast, bloemknoppen of meeldraden gebruikt. Daarmee zijn we er niet. Want wat te doen met rozemarijn (een houtachtige plant) of laurierblad, of koriander waarvan we zowel het blad als zaad gebruiken. Het is wat mij betreft zinvoller om onderscheid te maken tussen de verschijningsvorm, vers of gedroogd, want dat is wel bepalend voor hoe je het kruid gebruikt. Maar daarover straks meer…

En laten we het dan allemaal scharen onder de term ‘Smaakmaker’, dat omvat dan ook gelijk zout en zuur (azijn) en andere niet-plantaardige substanties die smaak aan ons gerecht geven.


Smaak

Een gerecht goed op smaak brengen is belangrijk in de keuken. Maar waarom eigenlijk? Smaak is een van onze vijf zintuigen. Samen met ‘reuk’ zorgt het ervoor dat we bepalen wat we wel of niet kunnen eten. Een gerecht goed op smaak brengen zorgt ervoor dat het eten aantrekkelijk is. We krijgen zin. Een goede balans van smaken versterkt het genot, geeft voldoening en zorgt voor een betere vertering. In de keuken noemen ze dat wel: de smaak rond maken. Marion Pluimes heeft dat in de vega-checklist op een mooie manier weergegeven in de vijf-smakencirkel. Het idee erachter is dat je de vijf smaken allemaal aan bod laat komen. Daarmee creëer je harmonie in je maaltijd of gerecht en dat geeft voldoening.

De vijf-smakencirkel

De vijf basissmaken kennen we natuurlijk allemaal: zoet, zuur, zout, bitter en umami1. Ze hebben allemaal een andere functie en werking in ons lijf. Bovendien versterken ze elkaar.

  • Zoet verwijst naar energetische waarde, een basisbehoefte die ons met de moedermelk al wordt ingegeven.
  • Zout (natrium) is van nature een smaakmaker enhebben we nodig voor de vochtregulatie in ons lichaam en spierspanning
  • Zuur bevordert de spijsvertering, bevochtigt en werkt dorstlessend.
  • Bitter is eetlustopwekkend, geeft droogte, werkt ontstekingsremmend, heeft een verkoelend effect
  • Umami is een van oorsprong Japans woord dat ‘heerlijkheid’ of ‘hartig’ betekent. Umami verhoogt de speekselafscheiding en versterkt de zoute en zoete smaken.
Spelen met smaken

Het lijkt raar om alle smaken terug te laten komen in een gerecht of maaltijd, toch doen we dat al. Denk bijvoorbeeld aan het snufje zout in gebak of een kaneelstokje (zoet) dat je laat meetrekken in een stoofpotje. Door bewust alle smaken aan bod te laten komen, breng je je gerecht naar een hoger niveau en maak je het echt af. Het mag duidelijk zijn dat we daarvoor veel meer tot onze beschikking hebben dan de gebruikelijke kruiden of specerijen uit een potje. Vele (samengestelde) producten vertegenwoordigen een of meerdere smaken en komen (soms) uit onverwachte hoek. Zo weten we allemaal dat grapefruit bitter is, maar pure chocola of kurkuma is dat ook. En een scheutje diksap is zowel zuur als zoet en vaak net voldoende om een soep op smaak te maken. Onderstaand lijstje is niet uitputtend maar slechts bedoeld als inspiratie om eens mee te experimenteren.

zoetSuiker, fruit, stroop, zuidvruchten, kaneel, honing, diksap
zoutZout, olijf, kaas, miso, zeekraal. bleekselderij
zuurCitroen, azijn, yoghurt, cranberry, augurk
bitterCitroenschil, kurkuma (geelwortel), salie, laos, andijvie, witlof, pure chocolade, bier, zwarte thee, amandel, cacao
umamiSojaproducten: tamari, miso, tempeh; Groenten: wortel, bataat, tomaat, selderij; Kaas: harde-, oude kaas; Zeewier: kombu, nori, kelp; paddenstoelen; ei, pijnboompitten
Bron: Vega checklist

Gebruik
Gaan we nu alles lukraak bij elkaar gooien? Nee, natuurlijk niet. Het gaat erom dat alle smaken op de een of andere manier vertegenwoordigd zijn. Met de hoeveelheid en verhoudingen kun je gaan spelen. Begin met het hoofdbestanddeel van je gerecht (dat van zichzelf natuurlijk al een bepaalde smaak heeft) en ga daaraan toevoegen. Tip: voeg zout als laatste toe. Je zult zien dat je van zout veel minder gebruikt als de rest van de smaken in balans is.

Nog even over het gebruik van kruiden en specerijen.
Harde, gedroogde kruiden of specerijen (zoals korianderzaad, peper, nootmuskaat, kaneel, anijs) koop en bewaar je het liefst in het geheel en niet als poeder. Zo behoud je het beste de smaak en geurstoffen. Door de kruiden/specerijen eerst te verhitten, komen er aromatische stoffen vrij en verhoog je de smaak nog meer! Dus eerst de kruiden/specerijen roosteren in een droge pan en dan malen in vijzel of koffiemolen. Heb je al poeder, verwarm dan in olie of boter tot het gaat geuren. Je kunt de hele kruiden/specerijen ook mee laten trekken in het gerecht. Geef ze de tijd om hun smaak en geurstoffen af te geven.
Bij verse kruiden (blad en stengel) is het precies andersom: deze voeg je pas op het laatst toe en laat je niet meekoken/bakken. Snijd ze ook pas op het laatst om alle goede smaak- en geurstoffen te behouden.


Je snapt dat je dat potje met gedroogde peterselie of dille-dat-al-jaren-in-de-kast staat, gerust weg kunt gooien. Dat kan (veel) beter. Veel speelplezier!

Dit artikel is verschenen in nummer 31 van Permacultuur magazine.

Japanse pannenkoek – Okonomiyaki

Ik heb alles met makkelijk klaar te maken groentengerechten ‘waar je eindeloos mee kunt variëren’ en de Japanse pannenkoek ofwel Okonomiyaki is er zo een. De naam – paar keer oefenen en hij rolt zo van je tong- betekent letterlijk ‘wat je lekker vindt’ (okonomi) en gebakken (yaki). Nou, dat kan natuurlijk nooit mis gaan! Nog mooier: de pannenkoekjes zijn tamelijk vullend en alles zit er in. Heb je gelijk een volledige makkelijke maaltijd die iedereen lekker vind.

Het basisrecept van een hartige groentenpannenkoek

– Maak een beslag van eieren, bloem en water;
– Voeg hier flink wat fijn gesneden groenten aan toe en maak op smaak
– Bak hier dikke (pannen)koekjes van
– Garneer / serveer met saus of topping

Okonomiyaki

Het gerechtje bestaat feitelijk uit 3 delen: beslag, groentenvulling en de topping of saus. Je kunt het zo ingewikkeld of Japans maken als je wilt maar er ook gewoon je eigen, Hollandse draai aan geven.

Beslag
2 eieren, 200 gr. meel of bloem en 200 ml water/bouillon, kruiden

Dit maakt een vrij dun beslagje, genoeg voor 4-5 dikke pannenkoekjes van ongeveer 20 cm doorsnee.

Variaties:
  • Ik heb gewoon water gebruikt maar een bouillon is veel beter. Gebruik je bewaarde bouillon of kookvocht (of maak een bouillon en laat deze afkoelen) Echt Japans is natuurlijk om ‘Dashi’ te gebruiken: een bouillon gemaakt van kombu (zeewier), tonijnvlokken of shii-take, shoyu (japanse sojasaus) en mirin (japanse rijstwijn).
  • In veel recepten wordt ook wel panko toegevoegd: een japans broodkruim die heel licht van structuur is. Gewoon broodkruim of een schepje gekookt graan die je nog in de koelkast hebt staan lijkt me ook een uitstekende aanvulling.
  • Wil je vegan gebruik dan kikkererwten meel en laat de eieren weg. Misschien moet je een beetje bakpoeder toevoegen maar zonder lukt waarschijnlijk ook wel. Kikkererwtenmeel kun je namelijk ook als ei-vervanger gebruiken.
  • Ook voor de gluten-vrije variant kun je kikkererwtenmeel gebruiken. In dat geval hoef je de eieren niet te skippen maar het kan natuurlijk wel.
Groenten vulling
400 gr. kool + 100 gr. andere groenten (wortel, (bos)ui, prei), 4 cm verse gember
(of whatever)

De basis van de Okonomiyaki is kool en dat vind ik juist het briljante eraan: de sliertjes met beslag geven een lekkere structuur. Het is vooral ook een prima manier om die enorme (zomer)kolen te verwerken – en te verstoppen voor je kinderen? Maar hè, dit recept heet niet voor niks ‘wat je lekker vindt, gebakken’ dus inderdaad ‘whatever’ en vul gerust aan met wat er nog als restje in de koelkast ligt.

Variaties:
  • Ik vind het lekker om de kool dun te schaven maar het hoeft niet. Zomerkolen (Chinese-, spits of savooiekool zijn van zichzelf al zachter van structuur en slinken bij het bakken.
  • Gebruik je ‘waterige’ groenten als courgette als basis, dan zou ik deze eerst wat uit laten lekken: rasp, voeg zout toe en doe in een vergiet totdat het meeste water eruit is.
  • Bewaar wat van je groenten voor bovenop je pannenkoekje (dungesneden prei, bosui, rode ui oid)
Topping of saus
Garneer / serveer je pannenkoekje met verse kruiden / dungesneden groenten als prei, bosui, rode ui oid
Streepjes Japanse mayo (kewpie) en okonomiyaki saus

De echte Okonomiyaki garneer je met Okonomiyaki saus en Japanse mayo. Ik vond de beide sausje echt wel de moeite waard om toe te voegen. Je kunt ze beiden kant en klaar kopen maar ook (soort van) zelf maken.

Variaties:
  • Eerlijk gezegd vond ik de gekochte Japanse mayo (kewpie) niet zo bijzonder, het leek gewoon ‘slasaus’. Het kwam alleen in een handig plastic knijpflesje zodat je van die geinige streepjes kunt trekken over je gerechtje. Gebruik gewoon mayo, maak het iets dunner met olie of yoghurt bv en voeg wasabi of mierikswortel (poeder) toe voor de Japanse ‘touch’.
  • De Okonomiyaki saus is een soort BBQ – saus, vol met hartige umami smaak. Maak m zelf met 1 el ketchup, 2½ tl (Japanse) Worcestersaus, 1½ tl oestersaus, 1 tl suiker. Zelf heb ik gewoon wat ingrediënten bij elkaar gegooid: tamari, zoet-zure chilisaus, gembersiroop en sesamolie en gerookte paprika. Zoiets. Lekker
okonomiyaki

Andijvie anders

Andijvie is een heerlijke bladgroente, mits je ‘m goed bereid. Gekookt of gestooft is het al gauw snotterig en smakeloos (menigeen heeft er nog jeugdtrauma’s van). Ik eet deze groente het liefst rauw of licht gegaard: als een licht-bittere toets door de salade of op het laatste moment meegewarmd in de een puree van (zoete) aardappel. Lekker met krokant gebakken tempeh of blokjes oude kaas!

het geheim om andijvie goed te bereiden

Wil je andijvie lekker bereiden, zorg dan voor een combinatie met iets ‘romigs’ en iets ‘hartigs’. Dit geldt trouwens voor alle bittere bladgroenten. Iets romigs is niet alleen letterlijk room of kaas maar kan ook een dressing zijn, eieren of een romige puree van (zoete) aardappel en pastinaak. Peulvruchten zijn ook een goede vriend! Voor de hartigheid gebruik je ingrediënten met veel ‘umami‘ zoals tomaat, champignon, sojasaus en miso. Een snelle ‘andijvie anders’ maak je dan zo:

Fastfood Andijvie
  • Snij de andijvie* in repen van 5 cm. Spoel grondig. Wok de andijvie kort in olijfolie met wat peper en zout. Laat uitlekken in een vergiet.*ipv andijvie kun je dit gerecht ook maken met paksoi of Chinese Kool.
  • Snijd 250 gr champignons in schijfjes. Bak champignons met 400 gr gekookte kikkererwten met 2el sojasaus, wat knoflookpoeder en balsamicoazijn in een hete pan tot ze mooi goudbruin kleuren. Roer zo weinig mogelijk. Schud liever af en toe de pan even op.
  • Voeg de andijvie en 400 ml (soja)room toe en laat even pruttelen totdat de room indikt.
  • Serveer met pasta of puree of eet het zo en dep de saus met brood.

Wil je verder dan de snelle hap? Ga dan voor taart! Gebruik bovenstaand recept of verwerk een rest van de vorig dag. ( ja, je kunt nitraatrijke groenten als spinazie en andijvie gerust nog eens opwarmen. Dit itt het advies van vroeger)

Andijvie Taart
  • Maak zelf een deegje of gebruik kant en klaar bladerdeeg.
  • Meng bovenstaand mengsel met 2 eieren of 150 gram stevige tofu en een el mais zetmeel (of maizena)
  • Voeg eventueel wat gedroogde tomaten en zwarte olijven in stukjes toe.
  • Bedek een quiche vorm met het (blader)deeg. Stort de vulling erin.
  • Bak in voorverwarmde oven op 200 C, in ongeveer 20-25 minuten gaar

Met inspiratie van Leentje Kookt!

Ontvang de recepten met seizoensgroenten automatisch in je mailbox: Meld je aan voor de nieuwsbrief.