Vegetarische snert

‘Vegetarische snert bestaat niet’, zal menig vleesliefhebber roepen. En dat klopt. Traditioneel maak je snert met varkensvlees: een poot, karbonades en rookworst. Snert zou komen van het werkwoord ‘snerten’ dat mousse danwel soep-maken-van-vlees  of pruttelen-in-een-pan betekent.

Vegetarische erwtensoep dan, ook goed en beter zelfs want zonder negatieve bijklank. Gooi er voldoende groenten in en je kunt prima zonder (nep) vlees. Erwtensoep is heel gezond, heel duurzaam en goedkoop. Je gebruikt (goedkope) seizoensgroenten die in Nederland groeien met een hoogwaardig eiwitgehalte. Vanwege de langzame koolhydraten duurt het lang voor je weer honger hebt en eet je niet teveel. Bovendien is het lekker en makkelijk te maken. Daar heb je echt geen pakjes voor nodig alleen wat tijd. Maak dus liefst gelijk een grote pan.

vegetarische erwtensoep

Gebruik 500 gr spliterwten op 2 ltr bouillon. Dat is genoeg voor ong. 8 personen. Je hoeft de spliterwten niet vooraf te weken, wel afspoelen met koud water. Als groenten gebruik je in ieder geval; winterpenen, ui, prei (van elk 2) en een halve knolselderij (1/2), bladselderij. Andere wintergroenten als pastinaak, venkel en peterselie wortel zijn er ook erg lekker in, gebruik dan iets minder van de knolselderij of peen. Als kruiden gebruik je tijm, peperkorrels en laurierblaadjes

Was en schil de groenten. Van de schillen en de kruiden kun je zelf een groentenbouillon maken.

  • Zet de spliterwten op met de groentenbouillon. Deze bouillon kun je zelf maken of gebruik bouillon blokjes. Laat de spliterwten zachtjes gaar koken tot ze uit elkaar vallen (kan 2 – 2 ½ uur duren)
  • Snij de groenten in blokjes of ringetjes. Neem een ruime soeppan en verhit hierin wat boter of olie. Roerbak de groenten van hard naar zacht (dus eerst de knolselderij en wortel en dan pas de prei) Voeg de volgende groenten pas toe als de eerste bijna gaar is. -Door de groenten te roerbakken, vallen ze niet in de soep uit elkaar-
  • Als laatste hak je de bladselderij, voeg deze toe aan de groenten met de gaargekookte spliterwten. Laat alles nog even goed doorkoken en maak op smaak met peper en zout.

Tip 1: De soep is al heerlijk van zich zelf. Mis je toch de rookworst? Voeg dan wat geroerbakte blokjes pastinaak met tamari (sojasaus) en een snufje rookpaprika toe. Of eet roggebrood erbij met plakjes rooktofu – of rookkaas.

Tip 2: Soep van peulvruchten (ook vegetarische) kan snel bederven, zeker als je een grote pan maakt. Zorg ervoor dat je de soep na bereiding snel afkoelt. Dat gaat het beste als je deze in kleinere porties verdeelt

Winter postelein

De naam winter postelein suggereert dat er ook zomer postelein is. Dat klopt maar dat noemen we vaak gewoon postelein. Behalve het oogstseizoen zijn er wel meer verschillen. De winter postelein heeft een fijn steeltje en een mooie ruitvormig blaadje en eet je het liefst rauw als salade of in stamppot (met zure room en mierikswortel). Gek genoeg is de zomer postelein wat grover en taaier van structuur en vooral geschikt om gekookt te eten. Het slinkt als spinazie en heeft een friszure smaak.

Als je de winterpostelein eenmaal kent, kom je ‘m overal tegen, gewoon langs de straat of in de berm! Het is eigenlijk meer kruid dan een groenten. In de moestuin is het een geliefd wintergewas omdat het een van de weinige ‘slasoorten’ is en een welkome afwisseling met kolen en knollen.

Postelein is heel rijk aan vitamine C, ijzer en is een van de beste plantaardige bronnen van omega 3 vetzuren (dat laatste vind je voornamelijk in vis en helpt om je hart gezond te houden). Heel gezond dus. Postelein bevat het ook oxaalzuur (dat merk je aan stroeve tanden, net als bij rabarber). Dit onttrekt kalk aan het skelet dus je moet het niet te vaak eten.

postelein met bloem

Winter postelein heeft nog iets grappigs. Als het bloeit dan groeit het witte bloemetje op het blad. Je kunt het ook met bloem prima eten en het steeltje erbij. In een salade of stamppotje dus, maar als smoothie ook niet te versmaden:

Smoothie van winterpostelein, appel en honing
  • 50 gram gewassen blaadjes van winterpostelein
  • 1 fris zure appel
  • honing naar smaak
  • melk, appelsap of  yoghurt naar smaak

Doe alle ingrediënten in de blender en meng het tot een gladde smoothie. Je kunt uiteraard variëren met de ingrediënten naar je eigen smaak, zolang het hoofdonderdeel de winterpostelein is. Superpowerrrrr!

Nou, vooruit dan ook nog een salade recept:

Wintersalade

met winterpostelein, pastinaak, pompoenpitten(olie) en sinaasappeldressing.

  • rooster de pompoenpitten in een droge koekenpan en zet deze apart;
  • rasp de schil van een sinaasappel en snij de schil dik weg zodat je alleen nog een oranje buitenkant hebt. Snij partjes van de rest van de sinaasappel en vang het sap op (knijp ook de schil uit) en gebruik dit  voor de dressing; –kijk hier hoe je de sinaasappel snijdt.-
  • maak een dressing van: pompoenpitolie, sinaasappel/ citroensap, appeldiksap, mosterd, peper/zout
  • schil de pastinaak en snij deze in blokjes van ong. 1 cm; roerbak de stukjes in een beetje olijfolie totdat ze bruin en zacht zijn (ong. 10 min.); meng met de dressing en laat een beetje afkoelen
  • was en droog de winterpostelein, drapeer in een schaal en schep de pastinaakblokjes erop en garneer met de sinaasappelpartjes en pompoenpitten

Groenlof

‘De smaak van groenlof ligt ergens tussen die van witlof en andijvie.’ NOT! Deze groenlof uit de tuin van de Overkant is echt wel veel heftiger en lijkt op radicchio ofwel roodlof. Beide zijn nog old-school groenten en relatief onbekend zodat de bittere smaak nog niet eruit is gekweekt, aldus tuinder Sander.

Suikerbrood

Groenlof wordt ook wel suikerij of suikerbrood (sugar-loaf of pain du sucre) genoemd, en dat heeft vooral met de vorm te maken. De in elkaar gedraaide bladeren vormen een ‘kegel’. Suiker werd vroeger in kegelvorm verkocht, dat noemde men suikerbrood. Of is suikerij een verbastering van chicorei, de familienaam van de groente? – Op de site van MergenMertz lees je meer over de historie van Groenlof of suikerij. Onder andere dat in Deventer gevonden zaden erop wijzen dat het gewas in de elfde of twaalfde eeuw al in Nederland werd verbouwd.-

Bereiding

Haal de buitenste stugge bladeren van de kegel en je houdt een malse kern over. Vind je een ouderwets bittertje lekker, eet dan de groenlof lekker rauw in salade of in een stamppot. Door stoven of smoren verlies je iets van de bitterheid. Net als een combinatie met iets ‘romigs’ en iets ‘hartigs’. Iets romigs is niet alleen letterlijk room of kaas maar kan ook een dressing zijn, eieren of een romige puree van (zoete) aardappel en pastinaak. Peulvruchten zijn ook een goede vriend! Voor de hartigheid gebruik je ingrediënten met veel ‘umami‘ zoals tomaat, champignon, sojasaus en miso. Kijk bij het blog over andijvie-anders voor het geheim van bittere bladgroenten bereiden. De andijvie recepten kun je ook voor groenlof gebruiken. Ik maakte deze groenlof plaattaart van Aan tafel bij Anna.

Groenlof plaattaart met zoete aardappel
  • Maak een puree van gekookte zoete aardappel en breng op smaak met chilivlokken en zout
  • Verwarm oven voor op 200C
  • Rol kant en klaar bladerdeeg uit op een met bakpapier beklede bakplaat (of maak zelf een deegje)
  • Bestrooi het deeg met een dun laagje rode linzen (dit zorgt ervoor dat het deeg niet te nat word) en verdeel de aardappelpuree eroverheen
  • Snij de groenlof in dunne repen en verdeel over de puree totdat deze helemaal bedekt is
  • ‘Beleg’ vervolgens met plakjes kastanje champignon of shii-take en tenslotte gorgonzola
  • Bak in het midden van de oven in 25 minuten gaar en goudbruin.

Senegalese pindasoep

Met veel plezier oogstte ik voor het eerst mijn eigen zoete aardappel bij zelfoogsttuin de Overkant! Ik maakte er een van mijn favoriete gerechten van: Senegalese pindasoep met boerenkool en pindakaas! Nooit geweten dat ze in Senegal ook boerenkool eten. Maar het staat er toch echt in de Dikke Vegetariër van Marc Bittman- dé vegetarische kookbijbel – waar dit gerecht vandaan komt.

Senegalese pindasoep met zoete aardappel en boerenkool
  • Verhit olie in een pan met dikke bodem en fruit daarin: een in ringen gesneden rode ui, 1 el fijngeraspte gember en 2 flinke tenen knoflook
  • voeg 2 flinke in stukjes gesneden zoete aardappel (yam of bataat)* toe en bak even mee; blus af met ong 1 1/2 liter groentebouillon en laat even sudderen totdat de aardappels zacht zijn; {wil je er een echte maaltijdsoep van maken, voeg dan een flinke schep bulgur (of ander graan) aan toe. > let wel even op de kooktijden of gebruik anders een al gekookte variant}
  • roer er tomaten (uit blik); gewassen en in repen gesneden boerenkool* en pindakaas met stukjes noot doorheen. -Volgens recept 250 gr. boerenkool en 65 gr pindakaas, maar dit is iets waarmee je natuurlijk zelf kunt variëren.-
  • Laat nog eens zeker 10 minuten pruttelen totdat de boerenkool zacht is;
  • Nu proeven en kruiden: zout/ (cayenne) peper, chilipoeder. Lekker is ook wat kaneel erdoor en gemberstroop.
  • Garneer met wat geroosterde pinda’s

* in plaats van zoete aardappel kun je pompoen gebruiken en ipv boerenkool palmkool

(M)YAM!

Bleekselderij

De meeste mensen kennen bleekselderij wel als toevoeging in salades, sauzen of soep. Of gebruiken de stengel om te dippen en als roerstokje in een cocktail . Er zit veel kalium en natrium in bleekselderij en dat geeft een hartige, zoute smaak aan een gerecht. Je kunt het dus heel goed gebruiken als een natuurlijke zoutvervanger. Selderij zout is een mix van zout met selderijzaad. Geeft net een ander accent aan je gerecht.

Als groente is de bleekselderij minder bekend, maar deze wokschotel is simpel en verrassend lekker als bijgerecht. Met gember, sesam en knoflook is het een klassieke combinatie met oosterse gerechten.

Gewokte bleekselderij met knoflook en sesam
  • Verwijder de onderkant van een bos bleekselderij en was de groente. Trek vanaf de onderkant eventuel draden eraf en snijd de stengels in stukjes. 
  • Pel een ui en knoflooktenen en snijd deze zo fijn mogelijk. Rasp een centimeter verse gember.

Verhit een wok op hoog vuur, verhit een scheut zonnebloemolie zodra de wok begint te roken. Bak hierin de fijngesneden ui, knoflook en gember en voeg daarna de stukken bleekselderij toe. Bak nog even door, de bleekselderij is het lekkerste als deze nog een beetje knapperig is. Breng op smaak met peper, zout, sesamolie, sojasaus en een snuf chilivlokken.

Serveer als bijgerecht en maak af met sesamzaadjes. Eet smakelijk!

bleekselderij

Palmkool

‘Oh, is dat palmkool’, zei de vrouw, ‘Ik heb het gekregen op de tuin. Prachtig hoor, maar ik heb geen idee wat ik er mee moet.’ Ja, dat snap ik helemaal. Heb je zo’n groenten abonnement bij de bioboer, krijg je om de haverklap groenten die je nog nooit gezien laat staan geproeft hebt. Palmkool is er zeker zo eentje. De eerste keer dat ik deze tegenkwam (9 jaar geleden alweer!) was het begin van mijn receptenblog: ‘culinaire avonturen in de achtertuin’. Want wat moet je met palmkool en al die andere groenten die je gaat (her)ontdekken?

Als je de palmkool in de tuin ziet staan, snap je direct waar de naam vandaan komt: een dikke hoofdstam en daaraan een waaier aan grote, donkergroene, bobbelige bladeren. Je oogst het blad vanaf de onderkant en dan groeit ‘ie gewoon weer verder. De tuinder kan dus lange tijd van de plant oogsten en dat maakt het een dankbaar gewas voor de moestuin. Palmkool werd al heel lang in ons land geteeld en is daarna een tijdje verdwenen. De plant komt oorspronkelijk uit Italië en daar heet het ‘cavalo nero’ ofwel zwarte kool. Het is een bladkool, net als boerenkool, maar ik vind m qua smaak veel lekkerder en zachter. Je kunt m op dezelfde manier bereiden als boerenkool maar deze bereidingen maken het veel spannender.

Leentje van Velt maakt er een dahl van. Ik vind de klassieke combinatie van palmkool in deze Toscaanse maaltijdsoep, Ribolitta nog steeds het allerlekkerst: met tomaat, venkel en (witte) bonen of notige kikkererwten. De vertaling van Ribolitta is ‘opnieuw koken’ en dat is het geheim. Dus de soep lekker een dagje laten staan en dan opnieuw verwarmen. De smaken hebben dan alle tijd gehad om zich verder te ontwikkelen en om één geheel te worden. Ribollita is heerlijk op een eerste koude herfstavond als je net voor het eerst de verwarming aan moet… Hmmm laat de culinaire avonturen nooit ophouden!

De palmkoolbladeren laten zich als volgt makkelijk verwerken: rits het blad van de dikke nerf, rol het op en snij in reepjes.

Toscaans maaltijdsoep: Ribolitta
  • Paar dikke tenen knoflook en een uitje fruiten in de olijfolie, wat venkelzaad erbij
  • Ondertussen was ik de palmkool en snijd het blad in reepjes. Met aanhangend water in de pan met ui en knoflook doen en stoven
  • Een jonge pastinaak die ik per ongeluk uit de grond getrokken heb erbij (wortel, selderij oid kan ook maar had ik niet in huis)
  • Paar rijpe sappige tomaten meestoven.

(dit mag in totaal best even duren 5-10 minuten tot alles zacht is)

  • Water of bouillon erbij doen totdat de groenten goed onder staan en dit door laten warmen
  • gekookte witte bonen of kikkererwten erbij, – als je blik gebruikt, eerst afspoelen –
  • haal een deel van de groenten uit de pan en even de staafmixer erdoor als je een wat gebonden soep wilt, dan de rest er weer bij en doorwarmen.

Venkel

Bestaat er een mooiere groente? En nog lekker ook met die anijsachtige geur en smaak. Eèn van mijn favorieten. Venkel is een energieke groente en ligt niet zwaar op de maag. Daarnaast past de anijs-achtige smaak goed bij warm weer en is het een groente met eindeloze mogelijkheden. Zowel de loof, knol als zaad kunnen verwerkt worden in gerechten. Venkel is met name in landen rond de Middelandse zee een veel gebruikte groente en combineert heel goed met gestoofde tomaat en sinaasappel. Vandaar hier twee frisse recepten voor een mooie nazomer.

Hoe maak je het schoon?
  • Het fijne dilleachtige loof eraf halen. Niet weggooien! Je kunt het als kruid weer toevoegen of er thee van trekken.
    Van de stengels kun je goed bouillon trekken of anders apart fijn snijden.
    Eventuele bruine plekken van de knol verwijderen, deze zijn bitter. 
    De rest van de knolvenkel in de lengte in vieren snijden: nu kun je de wortelaanzet makkelijk wegsnijden, eventueel de stukken nog in fijnere repen van ongeveer 1-2 cm snijden of heel fijn schaven als je de venkel rauw gaat eten.
Wat doe je ermee?
  • rauw: fijn gesneden als salade, lekker met sinaasappel/mosterddressing 
  • koken met water en zout: ongeveer 10-15 minuten
  • smoren: in vispakketje in de oven
  • stoven: eerst aanbakken in de pan en dan vocht toevoegen (bouillon of witte wijn)
  • grillen: besmeren met olijfolie en in de grillpan of in de oven
Mediterraan Stoofpotje

Voor dit recept gebruik je een combinatie van grillen en stoven: de venkel in een pan met dikke bodem in een beetje olijfolie aan een kant goed bruin laten worden (eventueel in gedeeltes doen), uitje erbij, dan wat superrijpe tomaten erbij doen en zwarte olijven. Wat vocht toevoegen (balsamico azijn of wijn), 15-20 minuten laten stoven (met deksel op de pan). Eventueel kun je er een blikje tonijn door doen of wat feta kaas overheen kruimelen. Op smaak maken. Het fijne venkelloof op het allerlaatst eroverheen draperen.

VenkelSalade met gember / sinaasappeldressing

Stevige smaken die goed bij elkaar passen. Deze dressing past ook heel goed bij witte, rode of chinese kool en andijvie.

  • verhit een laagje olie in een klein pannetje, frituur hierin dunne schijfjes verse gember tot ze krokant zijn, vis de stukjes eruit en laat uitlekken
  • fruit een kleingesneden sjalotje zachtjes in de overgebleven olie, blus af met het sap van een sinaasappel (of rode grapefruit). Haal het pannetje van het vuur en roer er wat honing en peper en zout bij
  • schep de nog lauwe dressing door de fijngeschaafde venkel en laat dit even intrekken (bij de wat hardere rauwe groenten, zoals venkel en kool mag dit best een half uur staan)
  • schep ten slotte wat partjes sinaasappel erdoor, strooi de gefrituurde gember erop en wat geroosterde sesamzaadjes. (ook lekker met granaatappel, zie onder)

Suiker mais

Suikermais kun je rauw eten: direct van de kolf. Maar ja, dan hebben we geen groenten-van-de-week* recept. Het meest gebruikelijke is de kolf te roosteren of koken. Het voordeel van het laatste is dat het koken een smakelijk kooknat opleveren. Ideaal voor je groentenbouillon. De korrels kun je vervolgens gebruiken in je salade of als bijgerecht. Of verwerken in de bouillon tot maissoep, zoals hieronder.

Wist je trouwens dat mais helemaal geen groente* is? Maïs is het grootste in ons land voorkomende gras en hoort tot de Grassenfamilie, feitelijk is het dus een graan. We kennen het vooral van de monotone maisvelden die ons landschap ontsieren. De planten die hier staan zijn niet voor mensenlijke consumptie maar worden geheel verhakseld tot veevoer. Mais om te poffen is weer in heel andere soort en wordt in ons land niet verbouwd. Hiervoor is het nodig om de korrels heel goed te laten drogen. Gedroogde mais wordt ook wel vermalen tot meel of gries, zoals polenta. Je kunt er bv deze ‘frietjes‘ van maken. We gebruiken nu echter de verse mais voor deze:

Maissoep

Dit moet wel mijn favoriete improvisatie recept zijn. Het geurige kookvocht van de kolven nodigen uit tot het maken van soep en door de maiskorrels vervolgens te malen krijg je een geweldige goudgele kleur.

  • Fruit je groente resten/schillen eerst even aan in een pan en giet er koud water bij of doe zet ze direct met koud water op het vuur. Voor groenten resten kun je alles gebruiken (nou ja, liever geen biet ivm de kleur) in ieder geval wortel, ui, prei en selderij. Voeg kruiden toe als peperkorrels, laurier, maggiplant, tijm (geen zout) en kombu en breng zachtjes aan de kook. -Kijk hier voor het recept voor groentenbouillon zonder blokjes-
  • Doe de maiskolf in z’n geheel erbij (schutbladeren wel verwijderen). Na een kwartier zijn de maiskorrels wel gaar. Snij deze van de kolf. De kolf kan nog weer even terug in de pan. De bouillon laat je nog even zachtjes trekken en zeef je daarna af.
  • De maiskorrels vervolgens in de blender met wat bouillon fijnmalen. Let op de korrels moeten goed gaar zijn en je moet flink malen, dan krijg je een romige consistentie. Maak de soep op smaak met zout, peper en eventueel wat (haver)room.

Ik heb deze soep afgemaakt met reepjes gegrilde paprika en basilicum olie voor een krachtig smaak en kleur contrast.

Een feest voor je zintuigen!

maissoep

Snij- en sperziebonen

Is er nog iemand die zo’n speciaal snijbonen molentje gebruikt? Zo eentje die je op de rand van de tafel schroeft en waar je een voor een de bonen in een gleuf doet? Door aan de slinger te draaien worden de platte bonen in schijfjes gesneden. Een heerlijk werkje vond ik dat vroeger altijd. Tegenwoordig doe ik die moeite niet meer en snij ik de snijbonen gewoon in wybertjes. En eerlijk gezegd vind ik het mondgevoel lekkerder dan de dun gesneden snijbonen.

Snijbonen, spekbonen (stokslabonen), sperziebonen (en zo zijn er nog een paar) zijn niet hetzelfde. Maar voor de bereiding kun je ze zeker door elkaar gebruiken. Het verschil zit in de dikte van de schil. Bij de wat stuggere bonen, zoals de snijboon, ervoor zorgen dat je draad goed eraf haalt en de boon dus snijdt. Van de sperziebonen hoef je alleen het stukje wat aan de plant heeft gezeten eraf te halen. Als ze knappen bij het breken, weet je dat ze goed vers zijn. Oja, en het is sperziebonen (met een z dus) en niet met een c. De naam komt van asperge omdat ze op oorspronkelijk dezelfde manier worden klaargemaakt: met boter en nootmuskaat.

Verse bonen met kokos-citroenssaus
  • ui en knoflook fijnsnijden en in olijfolie zachtjes fruiten
  • bonen wassen, (draad verwijderen) in stukken snijden of breken en bij de ui/knoflook doen.
  • wat water en een stukje citroengras (sereh) toevoegen toevoegen en koken totdat de bonen net beetgaar zijn
  • stuk santen (kokoscrème) toevoegen en laten smelten
  • op smaak maken met pittige kerrie, zout, kokosrasp en citroensap. Als het te zuur is kun je nog een scheutje diksap toevoegen.

Meng er nog wat tomaten door en met peulvruchten* en/of quinoa heb je een heerlijke maaltijdsalade.

Ook leuk: Stamppot van snijbonen met fijngesneden sla, brie en walnoten.

*verse bonen zijn ook peulvruchten alleen worden ze in dit geval als groenten beschouwd en niet als eiwit bron

Japanse pannenkoek – Okonomiyaki

Ik heb alles met makkelijk klaar te maken groentengerechten ‘waar je eindeloos mee kunt variëren’ en de Japanse pannenkoek ofwel Okonomiyaki is er zo een. De naam – paar keer oefenen en hij rolt zo van je tong- betekent letterlijk ‘wat je lekker vindt’ (okonomi) en gebakken (yaki). Nou, dat kan natuurlijk nooit mis gaan! Nog mooier: de pannenkoekjes zijn tamelijk vullend en alles zit er in. Heb je gelijk een volledige makkelijke maaltijd die iedereen lekker vind.

Het basisrecept van een hartige groentenpannenkoek

– Maak een beslag van eieren, bloem en water;
– Voeg hier flink wat fijn gesneden groenten aan toe en maak op smaak
– Bak hier dikke (pannen)koekjes van
– Garneer / serveer met saus of topping

Okonomiyaki

Het gerechtje bestaat feitelijk uit 3 delen: beslag, groentenvulling en de topping of saus. Je kunt het zo ingewikkeld of Japans maken als je wilt maar er ook gewoon je eigen, Hollandse draai aan geven.

Beslag
2 eieren, 200 gr. meel of bloem en 200 ml water/bouillon, kruiden

Dit maakt een vrij dun beslagje, genoeg voor 4-5 dikke pannenkoekjes van ongeveer 20 cm doorsnee.

Variaties:
  • Ik heb gewoon water gebruikt maar een bouillon is veel beter. Gebruik je bewaarde bouillon of kookvocht (of maak een bouillon en laat deze afkoelen) Echt Japans is natuurlijk om ‘Dashi’ te gebruiken: een bouillon gemaakt van kombu (zeewier), tonijnvlokken of shii-take, shoyu (japanse sojasaus) en mirin (japanse rijstwijn).
  • In veel recepten wordt ook wel panko toegevoegd: een japans broodkruim die heel licht van structuur is. Gewoon broodkruim of een schepje gekookt graan die je nog in de koelkast hebt staan lijkt me ook een uitstekende aanvulling.
  • Wil je vegan gebruik dan kikkererwten meel en laat de eieren weg. Misschien moet je een beetje bakpoeder toevoegen maar zonder lukt waarschijnlijk ook wel. Kikkererwtenmeel kun je namelijk ook als ei-vervanger gebruiken.
  • Ook voor de gluten-vrije variant kun je kikkererwtenmeel gebruiken. In dat geval hoef je de eieren niet te skippen maar het kan natuurlijk wel.
Groenten vulling
400 gr. kool + 100 gr. andere groenten (wortel, (bos)ui, prei), 4 cm verse gember
(of whatever)

De basis van de Okonomiyaki is kool en dat vind ik juist het briljante eraan: de sliertjes met beslag geven een lekkere structuur. Het is vooral ook een prima manier om die enorme (zomer)kolen te verwerken – en te verstoppen voor je kinderen? Maar hè, dit recept heet niet voor niks ‘wat je lekker vindt, gebakken’ dus inderdaad ‘whatever’ en vul gerust aan met wat er nog als restje in de koelkast ligt.

Variaties:
  • Ik vind het lekker om de kool dun te schaven maar het hoeft niet. Zomerkolen (Chinese-, spits of savooiekool zijn van zichzelf al zachter van structuur en slinken bij het bakken.
  • Gebruik je ‘waterige’ groenten als courgette als basis, dan zou ik deze eerst wat uit laten lekken: rasp, voeg zout toe en doe in een vergiet totdat het meeste water eruit is.
  • Bewaar wat van je groenten voor bovenop je pannenkoekje (dungesneden prei, bosui, rode ui oid)
Topping of saus
Garneer / serveer je pannenkoekje met verse kruiden / dungesneden groenten als prei, bosui, rode ui oid
Streepjes Japanse mayo (kewpie) en okonomiyaki saus

De echte Okonomiyaki garneer je met Okonomiyaki saus en Japanse mayo. Ik vond de beide sausje echt wel de moeite waard om toe te voegen. Je kunt ze beiden kant en klaar kopen maar ook (soort van) zelf maken.

Variaties:
  • Eerlijk gezegd vond ik de gekochte Japanse mayo (kewpie) niet zo bijzonder, het leek gewoon ‘slasaus’. Het kwam alleen in een handig plastic knijpflesje zodat je van die geinige streepjes kunt trekken over je gerechtje. Gebruik gewoon mayo, maak het iets dunner met olie of yoghurt bv en voeg wasabi of mierikswortel (poeder) toe voor de Japanse ‘touch’.
  • De Okonomiyaki saus is een soort BBQ – saus, vol met hartige umami smaak. Maak m zelf met 1 el ketchup, 2½ tl (Japanse) Worcestersaus, 1½ tl oestersaus, 1 tl suiker. Zelf heb ik gewoon wat ingrediënten bij elkaar gegooid: tamari, zoet-zure chilisaus, gembersiroop en sesamolie en gerookte paprika. Zoiets. Lekker
okonomiyaki