Het AGV’tje

En wat moet jij dan eten, zei m’n moeder. Normaal doet ze altijd wel haar best om íets ’vegetarisch’ klaar te maken als ik kom. Of we eten vis, de enige niet-vega optie die ik me een paar keer per jaar veroorloof en wat we allemaal lekker vinden. Maar wat nu dan? Zíj aten aardappels met gestoofde rode kool, appeltjes en een gehaktbal. – je vader eet toch het liefst gewone Hollandse kost – En zelf kreeg ik ook trek in rode kool. Maar ja, die gehaktbal, die eet ik dan weer niet.

Ineens wist ik het niet meer

Hûh, ik eet zelf toch ook wel rode kool. Hoe eet ik dat dan? Ik koop nooit vleesvervangers, zeker niet in bal of burgervorm. En eerlijk gezegd maak ik zelf ook zelden vega-balletjes. Ik, Miss Improvisatiekoken herself, kon even niks verzinnen in plaats van de gehaktbal…

Ik wijt het in de eerste plaats aan het AGV’tje: het traditionele aardappels-groente-vlees* concept waarmee velen van ons (en zeker onze ouders) zijn opgegroeid. Haal het vlees weg en je zit ineens met een ‘gat’ op je bord. Waarmee die te vullen? Nou, fabrikanten weten daar wel raad mee want de schappen liggen vol vleesvervangers al dan niet met creatieve namen.

het traditionele aardappels-Groenten Vlees (AGV) concept

‘Die vleesvervangers zijn wel mijn lifeline, hoor, zei een vriendin met drukke baan en kind, die haar best doet om vegetarisch en gezond te eten. ‘Als ik aan het eind van de dag in winkel sta, kan ik echt niet zo gauw wat anders verzinnen om klaar te maken.’ En weet je, ik snap het helemaal. Ook ik ging voor de kant en klare vega-gehaktballetjes. En dat was niet alleen voor het gemak maar ook omdat ik vast zat in het AGV’tje.

Grappig genoeg dacht ik er ook niet aan om de balletjes zelf te maken, terwijl dat toch echt makkelijk had gekund. Terwijl mijn moeder de gehaktballen draaide en braadde, had ik natuurlijk makkelijk hetzelfde kunnen doen met linzen of noten. Maar ja, en hiermee kom ik op mijn tweede punt, dit was niet mijn keuken met bijbehorende voorraad om uit te putten.

AGV, weg ermee?

Het AGV’tje is helemaal zo slecht niet. Het schijnt dat mensen daarmee meer groenten eten dan bv met een pasta of rijst gerecht. Misschien maar gewoon gaan voor aardappels – groenten en vega. Niks mis mee, als je wilt overschakelen naar een ander voedingspatroon, om gebruik te maken van dingen die je al kent. (al is het misschien niet voor jezelf, dan toch wel voor je eetgenoten).

Als ik thuis was geweest had ik misschien wel deze wortel-linzenballetjes gemaakt. Of iets in elkaar geflanst ‘van wat ik zoal in de voorraadkast kan vinden’. Maar de kans is vrij groot dat ik gewoon wat ui had gebakken met (rook)tofu of linzen als ‘gehakt’ en de ballen had laten zitten.

Wortel-linzen balletjes (vegan)*

Peulvruchten zijn een fijne basis voor burgers en ballen. De wortel levert extra groenten én een bite. Het kikkererwten meel werkt als bindmiddel.
Gang Bijgerecht, Borrelhapje
Porties 4

Ingrediënten
  

  • 75 gr linzen (bruin) of 150 gr gekookt
  • 200 gr wortel
  • 1 el Thaise rode curry pasta
  • 1 tl zout
  • 1 tl koriander
  • 4 el kikkererwtenmeel
  • 4 el sesamzaad evt deel zwart sesam
  • olie

Instructies
 

  • Was de linzen en kook ze in 15-20 min. gaar (uiteraard kun je ook gekookte linzen gebruiken)
  • Was en rasp de wortel fijn
  • Doe alle ingredienten (muv het sesamzaad) in een keukenmachine en maal totdat je een korrelig mengsel hebt
  • Vorm 8 balletjes of burgertjes
  • Vul een soepbord met het sesamzaad en rol de balletjes erdoor totdat ze helemaal bedekt zijn
  • Laat de balletjes tenminste 20-30 minuten opstijven in de koelkast
  • Verhit een koekepan, doe de olie erin (bodembedekkend) en bak de ballen rondom bruin. (eventueel in gedeelten, de pan moet niet teveel afkoelen)

Notities

Bij grote hoeveelheden kun je de balletjes ook in de oven bereiden. Je mist dan wel de ‘gebakken crunch’.
*Recept van Joke Boon uit de vega-optie

Stapjes

‘Ik ga even in de bergversnelling’, riep ik naar mijn medewandelaar. We waren uitgekomen op een steile helling. Gestaag kleine stapjes nemend, werkte ik mezelf naar boven. Blik op de ondergrond zodat ik niet zou struikelen, handen op de rug, rustig doorademend. Terwijl ik daarmee bezig was, schoot het door me heen wat een verschil het was met hoe ik vroeger de berg zou hebben ‘genomen’: in een spurt naar boven rennen (of ergens halverwege stranden) en dan halfdood neervallen en weer op adem proberen te komen.

Was ik sneller? Vroeger wel misschien. Maar het kost veel tijd om weer bij te komen en verder te gaan. Het heeft lang geduurd voor ik door had dat het niet nodig is om mezelf helemaal uit te putten om ergens te komen.

Dat het anders kon, wist ik al wel. Tijdens mijn studie maakte ik regelmatig meerdaagse wandeltochten in de Ardennen met studiegenoten. Eèn vriendin liep bij steile hellingen zig-zaggend naar boven. –Hûh, zo loop je toch 2 keer de afstand– En toen ze me inhaalde terwijl ik zat uit te hijgen langs het pad, stelde ze doodleuk voor om even thee te zetten. – Wat, hier, kan dat dan? Moeten we niet eerst naar boven?- Het bleek dat je dat gewoon zelf mag bepalen! Het is namelijk best aangenaam om halverwege een grote inspanning even bij te komen en voor jezelf te zorgen.

‘I don’t know where I am going but I am on my way!’
Alice

Ging ik dat na deze ervaring een volgende keer ook zelf doen? Nou, nee natuurlijk want ik was niet zoals deze vriendin. – Dezelfde die tijdens een tentamenweek ’s middags doodleuk naar het strand ging omdat ze de stof alleen nog even door hoefde te kijken. Ze had het tentamen natuurlijk allang geleerd. Djeez, bloedirritant.-

Is het altijd beter om bedaard de helling te nemen? Ook niet. Ik weet namelijk hoe leuk het is om keihard een berg op te rennen en te kijken hoever je kunt komen. Of om ergens aan te beginnen zonder dat je precies weet waar je uit gaat komen. Maar het is niet altijd nodig of handig. Als de berg te hoog is bijvoorbeeld, want dan trek je het domweg niet. Of je begint er al niet aan. Dan is het fijn als je leert schakelen.

Je hoeft niet altijd te doen wat je altijd al deed
want dan krijg je wat je altijd al kreeg

bergwandelen

Koken zonder vlees(vervanger)

Wil je ook vaker ‘koken zonder vlees’? Dan kan het leuk zijn om mee te doen met een initiatief als ‘de Nationale week zonder vlees (en zuivel)’. Je laat een week lang het vlees staan, om te kijken hoe dat bevalt en waar je tegenaan loopt. Ondertussen krijg je allerlei tips, recepten en inspiratie. Ook voor mensen die al (regelmatig) vegetarisch eten een leuke manier om nieuwe inspiratie op te doen. Wat ik wel jammer vind, is dat er vaak vleesvervangers gepromoot worden. En dat is helemaal niet nodig. Je kunt prima koken zonder vleesvervanger!

Nationale week zonder vlees

De ‘Nationale week zonder vlees‘ is geïnitieerd door Hippe Vegetarier Isabel Boerdam. Geen vlees consumeren, als is het maar een week, verlaagt de milieudruk van je voeding aanzienlijk. Je bespaart bijvoorbeeld op de uitstoot van broeikasgassen die bijdragen aan klimaatverandering en watergebruik en uiteraard op dierenleed.

Wanneer je als volwassene deze week geen vlees en zuivel eet bespaar je wel 193 liter water en 80 kilometer autorijden.
Dat is 18% minder water en 41% minder kilometer autorijden aan CO2 uitstoot dan iemand die wél vlees en zuivel eet!

bron: week zonder vlees website
Carne vale

De week zonder vlees is niet voor niks begin maart georganiseerd. We zitten namelijk midden in de vastentijd: deze is van Aswoensdag (na carnaval) tot aan de Pasen en duurt in totaal 40 dagen. In de Katholieke kerk betekende dat in de vastentijd afgezien werd van vlees en soms ook zuivel. Carnaval zou afkomstig zijn van carne vale – ofwel ‘vaarwel aan het vlees’). Tegenwoordig wordt dat meer meer zo strikt gehanteerd, maar het kan geen kwaad om je eetgewoonten af en toe eens onder de loep te nemen. En dergelijke initiatieven (evenals de vele aanbiedingen voor vleesvervangers in de winkels!) kunnen je net dat zetje geven om weer eens wat anders te proberen.

Zelf heb ik altijd een beetje moeite met de term ‘vleesvervanger’ (vleesopvolger las ik laatst), want wat bedoelen we daar nu eigenlijk precies mee? En moet vlees wel vervangen worden? En zijn vleesvervangers ‘gezonder’ dan vlees, zoals veel mensen denken.

Vleesvervanger

Een vleesvervanger kan de smaak, textuur en vorm benaderen van vlees. Het lijkt op iets wat je al kent (burger, worstje, gehakt) en is daarom makkelijk in te passen in je maaltijd. Daarmee is het niet perse gezond of qua voedingswaarde hetzelfde als vlees. Veel vleesvervangers die je in de supermarkt aantreft zijn zwaar bewerkt en bevatten ook veel zout en andere toevoegingen. De meer traditionele ‘vleesvervangers’ (zoals tofu, tempeh en seitan) zijn weinig bewerkt en volwaardige eiwitbronnen die al eeuwen in bijvoorbeeld Aziatische landen tot het standaard menu behoren. Je moet ze wel weten klaar te maken want deze pure eiwitten smaken van zichzelf naar niks.

Eiwitten smaken naar niks – je moet ze lekker maken
Niet nodig

Heb je een menu rijk aan peulvruchten en/of noten, dan is een vleesvervanger niet nodig. Om de smaak, textuur en vorm van vlees te benaderen, kun je gebruik maken van de volgende technieken die ook bij het bereiden van vlees worden toegepast:

  • goed kruiden, gebruik bv ‘vleeskruiden’ of rooksmaak (gerookte paprikapoeder)
  • grillen of bakken
  • let op de ‘bite’, gebruik bv paddenstoelen voor een vleesachtige structuur en umami (hartige) smaak (niet zozeer voor de voedingswaarde)
  • wees niet te bang voor tekorten. De hoeveelheid dierlijke eiwit die we met z’n alle consumeren is veel meer dan nodig of wenselijk. Dus een beetje minder kan echt geen kwaad.
  • varieer en combineer en laat je inspireren door de vele (nieuwe) producten op de markt en ga vooral op avontuur
Verruiming kookrepertoire

Het allergrootste voordeel van een dag, een week of langer zonder vlees is natuurlijk de milieu impact en het verminderen van dierenleed. Let je daarbij ook nog een beetje op de samenstelling en herkomst dan heb je een voedingspatroon die op vele fronten superieur is. Bovendien verruim je je kookrepertoire aanzienlijk. win-win-win!

-Friends not food-

Vegetarische pate

Ah pate, klassiek Frans vleesgerecht bij uitstek. Oorspronkelijk een mengsel met lever om deze langer te kunnen bewaren. Gemalen vlees en vet met kruiden, room en wijn of calvados in een met vetspekplakjes beklede vorm lang en op lage temperatuur gegaard. Is er nog iemand die het zelf maakt? Kan het ook anders? Kan het ook vega? Yes, it can and yes, you can make it! Lekker op een toastje met een goed glas wijn erbij. Tijdens feestjes en feestdagen vind je deze lekkernij vaak op tafel.

In Frankrijk at ik pate voor het eerst als voorgerecht. Mijn hemel, een hele plak en toen moest het diner nog beginnen! Toen we na een paar happen over wilden gaan naar het hoofdgerecht – het kon toch niet de bedoeling zijn dat we alles opaten?- kwam de chef op hoge poten uit de keuken om te vragen wat er mis wat met zijn pate. Niks, het was heerlijk. En enigszins bedremmeld aten we de bordjes alsnog leeg. Deze vega variant is een stuk minder ‘bezwaarlijk’ dan de klassieke Franse variant. Maar minstens zo lekker.

Het recept trof ik in het boek ‘Groenten fermenteren’ van Velt. De pate wordt namelijk gemaakt met zuurkool. Zelf voegde ik er wat gedroogde en geweekte shi itake aan toe, daarmee krijg je een meer vlezige smaak en struktuur. Raak niet geïntimideerd door de lange lijst ingrediënten -het zijn voornamelijk kruiden- of de lange bereidingstijd – dat is vooral in de oven. Ik maakte mijn pate in een lage vuurvaste schaal (cocotte) met deksel, hierdoor droogt de pate niet uit. Mocht je dat niet hebben dan kun je ook een gewone ovenschaal gebruiken (of een cakeblik). Laat de pate goed afkoelen voor je ‘m eet, liefst met een gewicht erop, dan kruimelt het minder als je ‘m aansnijdt. Let op, dit recept is voor 1 kilo. Dat is een voorgerecht of eiwitcomponent bij de hoofdmaaltijd voor 8-10 personen!

Zuurkool pate – goed voor 1 kg

50 gr gedroogde shiitake (of andere paddenstoelen) en 100 gr oud brood overgieten met 350 gr heet water en minstens een half uur laten wellen. Oven voorverwarmen op 125 C

  • 180 gr zonnebloempitten, 20 gr. krokante uitjes, 1 el edelgistvlokken, paar jeneverbessen, paar kruidnagels, snuf nootmuskaat, 0,5 tl (gerookte) paprikapoeder, 0,5 el gemberpoeder, 5 gr. zeezout en een tl Provençaalse kruiden. Alles mengen en (grof) malen.
  • de gewelde shiitake met brood ook malen
  • 250 gr stevige tofu verkruimelen
  • Meng en kneed het zonnebloempitmengsel, de tofu, shiitake en brood mengsel met 150 gram gesneden zuurkool, 40 gram zachte boter, 1 ei en 200 gram zuurkoolsap (of bouillon) tot een smeuïge massa. (in het oorspronkelijke recept gaat er nog 100 gr olie bij maar ik heb het zonder problemen weggelaten)

Vet een vuurvaste pot in met wat olie en doe het patemengels erin, strijk de bovenkant glad en garneer eventueel met wat laurier of salieblaadjes. Bak in de warme oven (125 C) gedurende 3,5 uur. Het mengsel kan nog wat zacht zijn na het bakken. Laat het rustig afkoelen, eventueel met een gewicht erop (een plankje of bordje met een pak meel of zo) De volgende dag is het echt stevig en kun je het in plakken snijden. Serveer op een toastje of als voorgerecht met bv veldsla en cranberry saus als garnituur.

Ok, vind je bovenstaande pate toch nog wel erg bewerkelijk? Dan heb ik hier nog een supersimpel recept die bovendien ook nog eens vegan is (en niet eindeloos in de oven hoeft) Is het wel pate? Kweenie, maar wel lekker. Door de dadel zit het ‘zoetje’ er zelfs ook al in.

superSnelle pate met walnoten en een zoetje

1 groot blik linzen (uitlekgewicht 265 gram) afgespoeld en uitgelekt * 120 gram walnoten grof gehakt * 2 sjalotjes gesnipperd * 2 teentjes knoflook fijngehakt * 2 el citroensap * 2 à 3 el water * 2 snuffen zout * 2 medjoul dadels ontpit en in stukjes * versgemalen zwarte peper.

Mik alles in de keukenmachine en maal zo grof en fijn als je lekker vind.

Bon appétit!

Hou dit blog in de gaten voor meer feestgerechten deze maand….

Geen vlees

Achtung: die Gäste essen KEIN Fleisch!’, stond er in dikke letters op onze hotelvouchers. We waren op georganiseerde wandelvakantie in Duitsland en ik had vooraf nietsvermoedend onze dieet wensen aangekruist. Dacht ik dat ‘de vegetarische optie’ inmiddels als tamelijk normaal mocht worden beschouwd. Nu voelde het toch een beetje alsof we met een sticker ‘besmettingsgevaar’ het pand betraden. Achtung!

Slappe sla

De meeste hotelhouders namen de ‘waarschuwing’ heel letterlijk: kein Fleisch betekende gewoon dat het vlees weglaten werd. Niet eens een obligaat gebakken kaasplak of tofoe zoals ‘vroegûh’, maar gewoon een groentesaus met rösti. ‘Geen probleem hoor’, zei de alleraardigste serveerster bij het Steakhouse (tja) annex Hotel waar we overnachtten, ‘u kunt gebruik maken van ons uitgebreide salade buffet’. Dat bestond uit een koude sectie van slappe sla en boontjes/wortels uit blik en een warme sectie van boontjes en aardappels met spekjes. Tja, het saladebuffet is natuurlijk de ‘Beilage’ bij de enorme lappen vlees die werden geserveerd. De tweede dag hebben we toch maar een burger besteld, met vlees ja, die overigens uitstekend smaakte.

Eiwitten

‘Je gaat er toch niet dood van’, zei iemand tegen wie ik het relaas deed. Nee, natuurlijk niet. Over het algemeen eten we met z’n allen al veel te veel eiwitten. Volgens het voedingscentrum heb je zo’n 0,8 gram van je lichaamsgewicht aan eiwitten per dag nodig (iets meer als je vegetariër/veganist bent). Bij een gewicht van 70 kg is dat zo’n 56 – 70 gram per dag. Nou, daar zit je al snel aan, zeker als je als vegetariër ook nog kaas en ei eet.

We kwamen dus niks tekort. Wat me wel opviel is dat het vaak ontbreekt aan basale kennis van de voedingsleer en vooral fantasie. Want hoe spannend is het om een lap vlees te bakken en er wat ‘Beilagen’ bij te serveren? Het vlees hoeft echt niet perse ingewisseld te worden door een ‘vervanger’ (liever niet, vaak). En eiwitten zitten niet alleen in dierlijk producten maar ook in brood, andere graanproducten, peulvruchten en noten.

Dat veel mensen dat niet weten, bleek wel uit de volgende opmerking van een van de eters van een maaltijd die ik onlangs mocht verzorgen:
‘Het eten was heerlijk hoor maar helaas was de vleesvervanger al op’.
Hûh, dacht ik, welke vleesvervanger? Het was gewoon een goede maaltijd met peulvruchten.

Wat eet je dan wel?

Wil jij ook vaker vegetarisch eten, maar weet je niet goed hoe? Of krijg je ineens een vegetariër te eten (Achtung!). Kies dan uit het volgende lijstje om te eten zonder vlees:

  • 135 gram gare (60-65 g. rauw) peulvruchten: erwten, bonen of linzen
  • 70-100 gram kaas / panir (Indiase kaas)
  • 25 gram gemengde ongezouten noten
  • 1-2 eieren
  • 50-65 gram seitan, tofu of tempeh
  • 25-30 gram soja brokken

Gelukkig in één tentje hadden ze het goed begrepen: een goed gevulde pastasaus met rode linzen en een fijne salade met pitten en zaden. Heerlijk, zo simpel kan het zijn.

Falafel

Falafel zijn vegetarische balletjes, gemaakt van kikkererwten of ook wel tuinbonen. Deze snack uit het Midden-Oosten wordt vaak geserveerd in een pita broodje met tahini saus en sla. Een tamelijk gezonde vleesvervanger, zeker als je het in de oven klaarmaakt en verrassend makkelijk zelf te maken.

GEBRUIK NOOIT kikkererwten uit BLIK, klinkt het van de ‘echte’ koks uit het Midden-Oosten. En dat heb ik goed in mijn oren geknopt na een aantal, op zich wel interessante, pogingen waarbij de falafel ofwel enigszins zompig waren danwel helemaal uiteen vielen. ” Goh he, wat grappig dat gebakken kruim, hoe noem je dat?.”

Gebakken kruim

Een nachtje weken dus, die kikkererwten, gewoon in water (zonder zout) en dan malen in de keukenmachine. Niet koken dus! Met een staafmixer lukt het ook maar een keukenmachine is wel zo handig, zeker bij grotere hoeveelheden. Kun je gelijk de kruiden meemixen:

  • kurkuma, komijnpoeder, korianderzaad (ik vijzel het zaad fijn maar je kunt ook poeder gebruiken);
  • uitje, knoflook
  • verse peterselie en/of koriander (check even of je eters hiervan houden)
  • 1½ theelepel bakpoeder;
  • zout, peper
falafel

PROEF of het mengsel goed op smaak is, het mag best flink pittig, voeg eventeel nog wat toe en maal alles flink door elkaar.

Nu zit je met een kruimig mengsel en denk je ‘hier ga ik nooit balletjes van draaien.’ Dat klopt. Onderdruk de neiging om iets nats toe te voegen maar kneed het mengsel stevig met 1 hand tot het net een beetje aan elkaar plakt. Gebruik eventueel een beetje bloem en zet de boel een half uurtje of zo in de koelkast. Daarna vorm je met 2 lepels of je handen de balletjes, je drukt ze als het ware in elkaar. Ik gebruikte een ijslepel om mooie gelijke bollen te maken en rolde ze daarna door sesamzaad.

Traditioneel frituur je falafel in een pan of wok. Zelf speel ik ‘op safe’ en bak ze het liefst in een grilpan of in de oven. Ze worden dan iets minder knapperig en wat droog maar blijven tenminste heel en zijn veel minder vet. Aan beide zijde bakken, elke kant zo’n 3-4 minuten, tot ze goudbruin zijn.

Serveer de falafel met een pita broodje of (volkoren) couscous met veel verse kruiden (peterselie, munt, citroenmelisse etc); yoghurt tahini saus en salade.

Wil je ook op een ontspannen manier kennis maken met de vegetarische keuken of met meer gemak in de keuken staan? Je kunt je nog opgeven voor de kookvakantie in eigen land van 21-25 juni. Kijk hier voor meer informatie en/of neem contact met me op.

Zoete aardappel (anders)

De zoete aardappel, bataat of ook wel yam genoemd is niet verwant aan de aardappel, al doet de naam anders vermoeden, maar komt uit de windefamilie. Net als de aardpeer bevat de zoete aardappel inuline. Inuline behoort tot de koolhydraten maar is als gevolg van de langzamere vertering vooral voor diabetes patiënten gezonder. Daarnaast bevat de zoete aardappel echter ook de suiker raffinose, die winderigheid veroorzaakt. Het zit in de familie, zullen we maar zeggen. Van oorsprong is de zoete aardappel een subtropische plant al lukt het steeds vaker om het hier te telen.

Zoete aardappel kun je net zo klaarmaken als aardappel: koken, bakken, poffen, pureren. De smaak is echter zoet, eerder zoals pompoen of wortel. Ik gebruik het graag in plaats van of samen met aardappel in een stampotje bijvoorbeeld met zuurkool of boerenkool. Dat levert een wat spannender smaakcombinatie op dan alleen met aardappel.

Voor de bite en de eiwitten kun je sojabrokken gebruiken (WAT???): zet de brokjes onder water of bouillon, voeg smaakmakers toe als tamari/sojasaus, paprikapoeder, gembersiroop. Laat ongeveer 20 minuten weken. Daarna verwerken in gerecht (zie hieronder)

Zoete zuurkool schotel met brokken

  • schil de zoete aardappel, snij in blokjes en kook in wat water gaar
  • doe de geweekte sojabrokken* (met weekvocht) in een koekenpan, laat zachtjes sudderen totdat al het vocht opgenomen is.
  • snij een pastinaak en een appel in kleine blokjes van een halve cm en voeg deze toe aan de sojabrokken, zet het vuur hoger en bak ze bruin (voeg telkens wat kookvocht toe van de zoet aardappel of bouillon als de boel dreigt aan te branden)
  • laat de zuurkool uitlekken en snij iets kleiner, stoof mee met de pastinaak/appel als deze al voldoende zacht is;
  • giet de zoete aardappel af (bewaar het resterende kookvocht), stamp alles grof door elkaar. gebruik eventueel wat kookvocht of (plantaardige) melk als het te droog is.

* vind je het wat al te heftig om sojabrokken te gebruiken, voeg dan bv wat peulvruchten toe (zoals zwarte bonen) voor een volwaardige, plantaardige maaltijd

Meer weten hoe je kunt koken met o.a. sojabrokken? Op woensdag 10 maart 2021, van 20:00-20:30 geef ik een online (gratis) introductie over koken zonder vlees(vervangers).
Meld je hier aan:

Paddenstoelen

Paddenstoelen zijn een interessante en smakelijk toevoeging aan onze maaltijd. Door de vlezige structuur en hartige smaak worden ze vaak gebruikt als vleesvervanger, maar dat is niet terecht. Ook is het geen groenten. Maar wat dan wel?

Vleesch noch visch

Is het een plant, is het een dier, is het een vrucht? In feite hebben paddenstoelen trekken van alle drie, maar ook weer niet helemaal. Wat we beschouwen als paddenstoel is het zichtbare vruchtlichaam van het mycelium, het netwerk van zwamdraden onder de grond. We spreken zelfs van ‘knopzetten’ en ‘bloeien’ net als bij planten. Maar paddenstoelen hebben geen chlorofyl (bladgroen) en zijn, net als dieren, niet in staat zelf materie op te bouwen. Ze hebben wel dierlijk zetmeel (glycogeen). Paddenstoelen leven van organisch materiaal, zoals blad en hummus, veelal geleverd door bomen. Biologen hebben paddenstoelen in hun eigen rijk ingedeeld van de zwammen-schimmels ofwel fungi.

Gezond?

Met name de shii-take en reishi paddenstoel zijn bekend om hun medicinale eigenschappen in de Chinese en Japanse geneeskunde. Maar alle eetbare paddenstoelen zijn zeer voedzaam, bevatten weinig calorieën en zijn rijk aan eiwit, vezels en verschillende vitamines en mineralen. De hoeveelheid varieert uiteraard per soort. Omdat de hoeveelheid ijzer beperkt is, en paddenstoelen geen vitamine B12 bevat, mag het niet als vleesvervanger beschouwd worden. Het is natuurlijk wel een heel welkome aanvulling in de keuken!

Paddenstoelenkweek

In Nederland is vooral de witte en kastanje champignon het meest bekend en gebruikt in de keuken. De champignon groeit gewoon in bos en veld, maar in Nederland is niet echt een plukcultuur. We gebruiken vooral de gekweekte varianten. Nederland is de derde champignonproducent ter wereld! Het is overigens veelal niet de meest duurzame teelt.
Het is tamelijk eenvoudig en momenteel erg populair om zelf paddenstoelen te kweken, bijvoorbeeld op koffiedik, kweekbalen of stammetjes. Bij Groene Takken kun je entstof, kweekbalen of kant-en-klaar geënte stammetjes kopen. Bij Brans Oesterzwamkwekerij kun je zowel zelf geteelde oesterzwammen alswel complete maaltijdboxen bestellen.

Je kunt eenvoudig zelf paddenstoelen te kweken,
bijvoorbeeld op koffiedik, kweekbalen of stammetjes.

In de keuken

Paddenstoelen bak je liefst kort en krachtig! Neem een scheutje olie of boter (of allebei) en zorg ervoor dat de pan heet is. Snij of scheur grote stukken, het is mooi om rekening te houden met de vorm. Bak niet teveel paddenstoelen in 1 keer en geef ze voldoende ruimte in de pan. Een scheutje citroensap en wat zout halen de smaak van de paddenstoel goed op. Paddenstoelen doen het erg goed met risotto of pasta.

Beukenzwam met pasta (4 personen) – vegan


De beukenzwam is een paddenstoelensoort met een witte steel en een witte of lichtbruine hoed, die (je raadt het al) op beuken wordt gekweekt. Je kunt zowel de steel als de hoed eten. De structuur is stevig en de smaak een beetje nootachtig.

250 gr. penne / of andere volkoren pasta;
2 sjalotjes; 2 tenen knoflook, 1 rode peper (verwijder zaad en zaadlijst als je minder pittig wilt)
200 gr. beukenzwam
stronk broccoli
150 gr cashewnoten (tenminste 1/2 uur geweekt)
peper, zout

Kook de pasta volgens aanwijzingen op de verpakking net gaar (meestal zo’n 8 min), giet af (bewaar een beetje kookvocht)

  • fruit de sjalotjes, knoflook in wat boter en/of olie totdat het zacht is, voeg een fijngesnipperd rode peper toe;
  • bak de beukenzwam zoals hierboven beschreven, haal uit de pan en hou even apart;
  • snij ondertussen de broccoli: schil de stronk en snij in kleine stukken; snij de roosjes klein; bak de broccoli in de pan (eerst de stronk en dan de roosjes);
  • pureer de cashewnoten heel glad met een beetje van het weekwater
  • blus de broccoli af met een beetje van het pasta kookvocht, voeg de cashewsaus toe en laat het geheel goed doorkoken totdat de broccoli beetgaar is, schep de pasta erdoor en laat even mee warmen, maak op smaak met zout en peper
  • Schep de pasta in diepe borden, drapeer de beukenzwam erop en serveer direct

Tofu ‘kaas’ – broodbeleg

We moeten het hebben over tofu….

Eigenlijk is tofu een grote bedreiging voor de mensheid. Want al te vaak worden vegetariers en veganisten nog steeds geassocieerd met = tofuvreter, hippie, jaren ’70. En ja, dat lijkt niet een al te aantrekkelijk alternatief. Ik snap het, maar dat is natuurlijk allang achterhaald. Inmiddels wordt tofu allang erkend als perfect plantaardig alternatief voor dierlijke eiwitten en is vooral heel populair onder de Millennials. Want hè, we weten inmiddels allang dat we minder vlees moeten eten? En waarschijnlijk doe jij dat ook: voor je gezondheid, voor het klimaat, voor de dieren of voor een eerlijke voedselverdeling. Of gewoon omdat het steeds makkelijker wordt om lekker vegetarisch te eten: met hetzelfde gemak vervang je je hamburger door een vegaburger en die is vaak gemaakt van soja. En weet je, elke maaltijd zonder vlees telt mee! Als iedereen in Nederland 1 dag per week geen vlees eet hebben we alle klimaatdoelstellingen al gehaald. Hoe simpel is dat?

je hoeft geen vegetarier te zijn om vegetarisch te eten

Toch is het jammer om het daarbij te laten. Kant en klare vleesvervangers zijn meestal sterk bewerkt, veelal te zout, te vet en bevatten allerlei meuk. Gezondheidstechnisch niet de beste keuze. Back to the basics dus met tofu! Maar oh oh, wat een leed levert dat op. Want tofu smaakt natuurlijk nergens naar! Bovendien is de struktuur ook nog eens glad en ‘lillerig’. De meest gestelde vraag, ook van doorgewinterde vegetariers is: hoe maak je in vredesnaam tofu een beetje lekker klaar en kun je er nog meer mee dan in blokjes door de roerbakschotel

hoe maak je in vredesnaam tofu een beetje lekker klaar.

Tofu maak je van soja. Je haalt sojamelk uit de sojabonen en deze melk strem je vervolgens met zout. Vandaar ook het woord tofu wat staat voor boon (=to) en stremmen (=fu). Het is niet voor niks dat soja vaak gebruikt wordt in kant en klare vleesvervangers. De sojaboon overtreft alle producten, ook vlees en vis, met het hoge eiwitgehalte. Zelfs in het rijtje van peulvruchten staat de sojaboon ver bovenaan. Bovendien is het eiwit van zeer goede kwaliteit. De sojaboon is niet alleen rijk aan eiwitten, maar levert ook veel mineralen (zoals ijzer en calcium) en B-vitaminen. Bovendien bevatten sojabonen veel lecithine en dat verlaagt een te hoog cholestrolgehalte. De sojaboon wordt wel de koe van China genoemd: een goedkope bron van eiwitten.

tofu lijkt eerder op zachte kaas en wordt ook zo gemaakt en genoemd

Tofu maak je op dezelfde manier als zachte kaas en wordt ook wel sojakaas genoemd. Je kunt soja dus heel goed gebruiken op dezelfde manier als je ricotta, mascarpone, huttenkase of feta gebruikt. Bijvoorbeeld als broodbeleg, in de salade, pastasausen of in toetjes of gebak (bv cheesecake, chocolademousse of tiramisu). Voor de laatste gebruik je liefst de nog gladdere zijden tofu. Voor bijvoorbeeld broodbeleg of spread kiezen we de stevige variant die je ook in de gewone supermarkt aantreft:

Laat het blok tofu goed uitlekken (bv in keukenpapier met iets zwaars erop), verkruimel het blok met je handen. Nu is het een kwestie van smaken toevoegen:

  • beetje mayo (veganaise), mosterd, kappertjes/augurk en tuinkruiden
  • zongedroogde tomaten en/of geroosterde paprika fijnmaken, chili-, en (gerookte) paprikapoeder
  • uitje, knoflook, kerriepoeder (eerst een beetje bakken) > bak je de tofu mee dan krijg je een soort roerei
  • appelazijn, knoflookpoeder, citroensap en za’tar of een mix van tijm, oregano en rozemarijn

Van de laatste kruiden mix kun je ook heel goed een soort feta maken: snij de tofu in blokjes, voeg de mix toe en doe in een glazen pot. Dit overgiet je met goede olijfolie. laat tenminste 48 uur marineren in de koelkast.

nationale week zonder vlees

‘We moeten het hebben over tofu’

Tijdens de nationale week zonder vlees 8 – 14 maart geef ik een webinar over het gebruik van vlees / kaas vervangers. Heb je een vraag hierover? Stel m dan hieronder. Of stuur naar info@keetmee.nl Meer info volgt….