Wortel, was- en bospeen

Nee, een bospeen komt niet uit het bos. Het zijn de lange, slanke wortelen met het loof er nog aan die samen, jawel, gebost zijn. Waspeen is schoongemaakte bospeen (zonder loof) en winterwortel is de dikke neus van de sneeuwpop. Het is eigenlijk heel logisch… Het hele jaar door zijn er dus wortelen te verkrijgen. En dat is maar goed ook. Wortel is met de ui, prei, selderij en knoflook een van de basisingredienten die je eigenlijk altijd in huis zou moeten hebben.

Oranje boven

Op dit moment kunnen we genieten van de zomerse bospeen. En dan ook nog in allerlei kleuren; de zg regenboogwortels. Het lijkt een noviteit maar het zijn eigenlijk de originele wortel kleuren. Zo komt de paarse wortel al 5000 jaar geleden in Afghanistan voor. De oranje wortel is er pas sinds de 16e eeuw en een typisch Nederlandse uitvinding. (en dat heeft niks met Willem van Oranje te maken, aldus Mari). Geef mij maar oranje! Niet omdat zo nationalistisch ben aangelegd, maar de paarse kleur verdwijnt al rap bij het koken en smaakt zeker niet beter dan onze nationale trots.

Met bospeen heb je dubbel kookgenot want het loof kun je ook als groente of kruid gebruiken. Snijd het er wel zo snel mogelijk vanaf want de blaadjes ontrekken vocht aan de peen. Bewaar het apart in een papieren zak of theedoek in de groentela van de koelkast. Gebruik het loof als ‘peterselie’, in soepen, salades, pesto en juist ja op de gekookte worteltjes!

Wortel labne

Labne is niks anders dan uitgelekte yoghurt met zout. Gemengd met kruiderij is het een heerlijk dip op de mezze tafel. Lekker met plat brood en rauwkost op een zwoele zomeravond. Dit recept met wortellabne vond ik op de site van de Groene Kookacademie:

  • 1 liter yoghurt uit laten lekken (in natgemaakte theedoek in een zeef);
  • ong. 400 gr. wortel en 1-2 teentjes knoflook grof raspen
  • dit in olie met zout en 1 tl chilivlokken heel langzaam (wel 30 min) laten ‘smelten’ totdat het zo zacht is dat je het met je tong stuk kunt drukken, wortel af laten koelen
  • yoghurt uit de theedoek schrapen en mengen met de wortel
  • op smaak brengen met limoensap en peper
bospeen
bospeen

Knoflook

Een knoflookbol groeit als een bloembol. Je stopt in het najaar simpelweg een teentje in de grond, deze haalt voeding uit de aarde en vormt een bol. Uit de bol groeit een knoflookbloemstengel met bladeren en na verloop van tijd groeit er zelfs een bloem uit. De bloemstengel wordt er bij het telen vaak uitgehaald zodat de plant alle energie verder stopt in het vormen van de knoflook bol. De groene sprieten van de knoflook kun je ook eten en worden in bosjes aangeboden als bosknoflook. Laat je de bollen verder groeien dan ontwikkelen zich de tenen. De knoflook wordt met het loof gebonden tot strengen en zo opgehangen om te drogen.

Je kunt dus alles van de knoflook eten en in verschillende stadia van de groei! De worteltjes kun je als smaakmaker frituren en over de salade strooien. De jonge verse sprietjes gebruik je liefst rauw en fijngesneden door omelet, soepen en salade. De stevige bloemstengels maalden we in de keukenmachine met wat goede olijfolie, citroen en zout tot een heerlijk frisgroene pasta. Wat een ontdekking! Hoe meer olijfolie je toevoegt, des te milder de pasta wordt.

  • bloemstengel knoflook
  • knoflook fijnsnijden
  • groene prut
  • knoflookpasta in pot
Van sterk naar zoet

Rauw is de smaak van knoflook het sterkst. Hoe langer de knoflook gegaard wordt hoe zachter de smaak. Op een gegeven moment wordt ‘ie zelfs zoet. Een echte sensatie is gepofte knoflook uit de oven. Hiervoor verpak je de hele knoflookbol in aluminiumfolie en rooster ze ongeveer 20 minuten in de oven op 180C. Laat de bol afkoelen. De teentjes zijn nu helemaal zacht geworden en kun je zo uitknijpen op een toastje of als vervanger van saus gebruiken.

Knoflook fermenteren

Fermentatie-expert Peter van Berckel laat zien hoe je knoflook (en andere ui-achtige) kunt fermenteren.

Gekarameliseerde knoflooktaart

Deze taart is van groente kok Ottolenghi. Schrik niet, er gaan maar liefst 3 bollen knoflook in! Maar door het blancheren en karameliseren wordt de smaak een stuk zachter. Het blijft nog wel knoflooktaart natuurlijk! Probeer maar. Ik heb de taart gemaakt met korst deeg, maar je kunt ook gewoon bladerdeeg gebruiken

Deeg: Maak een korstdeeg volgens het basisrecept: meng 200 gr bloem, 100 gr (geraspte) koude boter, snuf zout met je handen tot het gaat kruimelen. Voeg het grootste deel van een geklutst ei toe en zoveel koud water totdat je een bal kunt vormen. Zet afgedekt in de koelkast tot gebruik.

Knoflook karameliseren
Neem 3 bollen knoflook teentjes, gescheiden en gepeld. Kook ze ong. 3 minuten in een pannetje met water. Giet af. Droog de pan.
Doe de teentjes terug in de pan en voeg 1 el olijfolie toe, bak de teentjes ong. 2 min. op hoog vuur.
Voeg 2 el balsamico-azijn en een scheut water toe, breng aan de kook, draai het vuur dan laag en laat nog zo’n 10 minuten zachtjes pruttelen.
Voeg 1 el kristalsuiker, 1 takje verse rozemarijn fijngehakt, 1 takje verse tijm fijngehakt en een snuf zout toe aan de vloeistof. Laat nog eens 10 min. op halfhoog vuur pruttelen totdat vloeistof vrijwel is verdampt en knoflook met dondkere karamelsiroop is bedekt.

Verwarm de oven op 160 C
Haal het deeg uit de koelkast en rol deze uit tot een dunne lap. Bekleed een ingevette quichevorm van 28 cm bedekt met het deeg.

Breek of rasp 150 gr verse geitenkaas en 150 gr harde geitenkaas en verdeel dit over de taartbodem. Schep de knoflookteentjes met de siroop hierover heen totdat het gelijkmatig bedekt is. Klop in een maatbeker 2 eieren, 100 ml kookroom, 125 gr crème fraiche en zwarte peper tot een maasa en giet het over de taartvulling.

Bak in de oven op 160 C zo’n 35-45 minuten totdat de taart stevig en de bovenkant goudbruin is. Garneer met toefjes tijm

Ieder z’n tuin

Iedereen zou eigenlijk z’n eigen tuin moeten hebben‘, zei ik tegen tuinder Laurens toen we uitkeken op het veld. ‘Ja, snap jij dat nou, dat mensen niet gewoon hun eigen groente telen? Zo moeilijk is dat toch niet? Nou, dat was niet wat ik bedoelde.

Ik snap heel goed waarom mensen geen moestuin hebben. Ik heb het ook weleens geprobeerd hoor, zo’n tuin. Wat een gedoe. Staan net die zorgvuldig opgekweekte plantjes erin, heeft binnen no-time een heel leger naaktslakken de boel gereduceerd tot groene sprietjes. Nee, laat iemand anders maar lekker zwoegen, ik kom wel oogsten. Om dan die knisperverse groenten om te zetten in lekkere maaltijden.

Waarom zou je zelf gaan oogsten?’, vroeg de buurvrouw

toen ik haar vertelde over de nieuwe zelfoogsttuin. ‘Ze brengen het toch ook bijna voor de deur?’ Ja, daar had ze wel een punt, zeker toen het een paar dagen regende. Lekker dan, in de zeikregen met je fiets voor die paar groenten. Er zijn efficiëntere manieren om je boodschappen te doen en het is zeker niet goedkoper dan de buurtsuper met bonusaanbiedingen. En toch ben ik dat al snel vergeten als ik de tuin opkom (het wordt namelijk ook wel weer een keer droog).

Juist omdat je het zo druk hebt met baan, studie en kinderen, zeg ik in gedachten tegen de buurvrouw, ‘En je de hele middag met je hoofd achter een scherm hebt gezeten. Je kinderen de groenten misschien wel eten als ze ze zelf geplukt hebben.

Rondje over de tuin

We doen een rondje over de tuin. De paksoi is helaas doorgeschoten, ik pluk de bloemetjes voor de salade. Kijk, er zijn peultjes, zegt Sander. Pluk maar lekker veel, het is te veel werk om in de groenten pakketten te doen. Ik ontmoet andere zelfoogsters en we wisselen recepten uit. De verse kruiden komen eraan, en er is heel veel knoflook. Als eerste gaan de bloemstengels in de pakketten met een mooie krul erin. Misschien is het nostalgie. Vroeger bij opa (ook een tuinder) liepen we ook altijd eerst een rondje door de tuin.

De tijd moet er zijn

Maar misschien is het niet waar, het moet er ook de tijd voor zijn. Een moestuin, zelfoogst-, of groentenabonnement kan ook stress opleveren. Net als voor sommige het elke dag weer bedenken en klaarmaken van je maaltijd. Vroeger kon ik me niet voorstellen dat ik een groentenabonnement zou afnemen van de bioboer. ‘Je wilt toch zelf bepalen wat je eet’. Want met een tuin is het maar afwachten wat je op je bord krijgt. Een reden waarom mensen ook weer afhaken na een tijdje: ‘we gooiden teveel groenten weg, de kinderen lustten het niet, het was teveel moeite.’ Bedenk dus goed waar je op instapt. Want de boer rekent op jou, als afnemer, ook als de paksoi is doorgeschoten. Net als jij op de boer kunt rekenen dat ‘ie in de zeikregen of juist hitte voor jou aan het werk is. (Nou ja, niet alleen voor jou hoor. ‘Kan ik mijn oud-collega’s mijn nieuwe kantoor laten zien, zegt Sander, terwijl hij met een wijds gebaar over de tuin wuift’).

Wij oogsten hier geluk

Er gelden andere regels op deze tuin die niks te maken hebben met winstmaximalisatie, efficientie, marktwerking en kiloknallers. Maar alles met direct contact met de teler, zorg voor de bodem, contact met de natuur, goede producten, aandacht, gemeenschapszin, menselijke maat. En durf ik het te zeggen: geluk? Want oh, wat kun je blij worden als je over zo’n veld wandelt. Bioboeren weten dat moeilijk te ‘vermarkten’, maar deze toekomstboeren slaagden daar goed in: ‘wij oogsten hier geluk‘.

Weet dus waar je aan begint…

Je hoeft natuurlijk niet perse deelnemer te worden van een zelfoogsttuin. Je kunt ook een groente abonnement nemen, groenten kopen in de boerderij winkel, aanhaken bij de Herenboeren, naar de markt gaan, fietsen voor je eten. Of je producten bestellen bij zoals hier in Deventer bij de lokale streekkruidenier De Gouden Pompoen. Die haalt de producten bij lokale tuinders en brengt ze bij je thuis. Kun je gelijk ook je andere boodschappen bestellen. Ieder z’n tuin. Misschien zit er bij jou ook wel een bioboer in de buurt?

‘Mijn tuin’ is Biologische Tuinderij de Overkant in Twello. De tuinderij levert groentepakketten en de mogelijkheid tot zelf oogst. Je kunt ook je groenten bestellen via een bestellijst. Ik maak er graag gebruik van voor cateringklussen. Sinds kort biedt de Overkant ook onderdag aan Zorgtuin Aardewerk. De deelnemers helpen mee op het land, verzorgen van dieren, inpakwerk en het verwerken van producten van de tuin.

Basis recept: cake

Met dit basisrecept voor cake kun je eindeloos variëren in de samenstelling. Wissel gewoon de ingrediënten en geniet elk seizoen van je eigen ecozoete tussendoortjes! Links het basisrecept, rechts een ‘vertaling’ met rabarber, balasamico en kardemom. Had ik al gezegd dat je hier natuurlijk altijd je eigen draai aan kunt geven? Ook leuk, je kunt heel makkelijk je (seizoens)groenten verwerken in dit recept.

Continue reading “Basis recept: cake”

Vegan rendang

Rendang is een klassiek Aziatisch stoofgerecht en deze maken we met … spitskool! Nou ja, meestal gebruik je voor rendang rundvlees (randang dagiang) maar je kunt ook jackfruit, cassave, paddenstoelen en spitskool dus gebruiken. Het vlees of de groente wordt gekookt in kokosmelk (santen) en kruiden. In de traditonele ‘droge’ variant kook je de saus helemaal in, vervolgens bak je de rendang. Dit kan wel uren duren bij vlees: de kruiden zijn dan helemaal goed ingetrokken en het vlees wel maanden houdbaar. Voor spitskool is dat niet nodig en gebruiken we de zg natte bereidingswijze (kalio). Zorg dan wel dat je kruidenmengsel goed op smaak is omdat het minder lang de tijd heeft om in te trekken.

Je kunt het jezelf nog makkelijker maken en het kruidenmengsel (de boemboe) kant en klaar kopen….

Of je niet laten intimideren door de lijst met ingrediënten en de boemboe lekker zelf maken. Moeilijk is het niet en ik ben zelf altijd verbaasd hoeveel lekkerder het smaakt met verse kruiden. In deze vega variant zitten als extra cashewnoten, die horen uiteraard niet tot de boemboe maar zijn toegevoegd voor de voedingswaarde. Je kunt ze ook weglaten.

Boemboe Rendang
boemboe zelf maken

3 sjalotten, 2 tenen knoflook, 4 cm verse gember, 1 el gesneden rode peper of sambal oelek, (75 g gezouten cashewnoten), 2 tl kurkuma (geelwortel), ½ tl gemalen komijn*, 1 tl gemalen korianderpoeder*, 1 tl gemalen laos (* -gebruik gedroogde kruiden en maal ze eventueel eerst zelf om ze goed te kunnen mengen)

Pel / schil de sjalotjes, knoflook en gember, snijd zo nodig in stukjes en doe in keukenmachine samen met de peper (sambal), cashewnoten, kurkuma, komijn en koriander. Maal tot een gladde boemboe. Dit duurt 2-3 min.

Vegan rendang met spitskool
  • boemboe rendang (zie boven)
  • 2 el zonnebloem of arachideolie
  • 400 ml kokosmelk (blikje)
  • 50 g kokoscream (santen) > kan eventueel weggelaten
  • 1½ el bouillonpoeder
  • 2 stengels citroengras (sereh)
  • 1 limoen (of gedroogde limoenblaadjes (djeroek poeroet))
  • 1 verse spitskool* ook te maken met witte, Chinese of savooiekool
  • 300 g kastanje champignons / paddenstoelen mix

Verhit de olie in een braadpan en bak de boemboe 3 min. op laag vuur. Voeg de kokosmelk en kokoscrème toe en de bouillonpoeder (of gewoon peper/zout). Snijd de stengels sereh een paar keer in de lengte in en leg in de saus. Snijd de limoen een paar keer in en leg ook in de saus (laat de parten aan elkaar zitten, zo haal je ze er makkelijk weer uit) of gebruik de gedroogde limoenblaadjes. Laat de rendangsaus een half uur zachtjes koken zonder deksel op de pan. Haal de sereh en limoen uit de saus.
Snijd ondertussen de spitskool in kwarten, snijd de harde kern eruit en snijd de kool in repen. Snijd of scheur de champignons of paddenstoelen in stukken. Verhit olie in een wok en roerbak de kool en paddenstoelen 5 min. Voeg dan toe aan de rendangsaus en laat nog 10 min. zachtjes koken. Breng eventueel op smaak met peper en zout.

Njom Njom Njom!

Wij aten deze vegan rendang met vegetarische nasi, atjar van de Oosterwaarde en gefermenteerde bloemkool als tafelzuur.

Chinese kool

Enigszins intimiderend is het wel als je zo’n enorme Chinese kool aantreft. Maar de smaak is lekker zacht en, net als paksoi, het minst ‘kolig’ van alle koolsoorten. De knapperige structuur komt het best tot z’n recht als je de kool rauw eet of slechts kort gebakken. Door het volume heb je dan aan 1 kool al gauw genoeg voor een heel gezin. Chinese kool combineert heel goed met andere Aziatische smaakmakers als: gember, sesamzaad, sojasaus, tauge en paddenstoelen. Even kort wokken en serveren met rijst, mihoen en cashewnoten, levert al snel een heerlijk maaltijd op.

Zelf ben ik inmiddels verslaafd geraakt aan een nog simpelere bereiding, namelijk het roosteren van de kool in de oven. Dit kan overigens ook heel goed met andere ‘blad’ kolen zoals spitskool of boerenkool (chips!). Snij de kolen overlangs in parten (laat de onderkant vast zitten), besprenkel met een dressing van olie, citroensap, peper, zout eventueel wat mosterd of komijn. Rooster ong. 20-30 min of totdat de blaadjes gebruind zijn maar nog net niet verbrand (afhankelijk van de dikte) in de oven op 200 C.

Maar goed, dat is nog geen recept. Naast roosteren lenen de grote bladeren zich ook uitstekend om te vullen en op te rollen. De truc is om de nerven wat ‘af te platten’ en het blad te blancheren> dan is het zacht genoeg om te kunnen rollen.

pittige Chinese koolrolletjes

  • 1 Chinese kool
  • ½ kleine winterwortel, in luciferreepjes
  • stuk gemberwortel van ± 3 cm., fijngesneden
  • 1 teen knoflook, fijngesneden
  • 2 gedroogde rode pepers, fijngesneden
  • 1 el sesamzaad, in een droge koekenpan geroosterd
  • dressing
  • 4 el rijstazijn of sherry
  • 1 el sesamolie + extra voor erover
  • 1½ el gembersiroop

Verwijder de 8 buitenste bladeren van de kool en houd ze apart. Snijd de rest van de kool in repen van ± 2 cm. breed. Bestrooi de repen kool met 2 tl zout en laat ze ± 2 uur met een gewicht erop in een zeef uitlekken. Dep de koolrepen droog en meng de winterwortel, gemberwortel, knoflook en gedroogde peper erdoor. Roer voor de dressing de rijstazijn, sesamolie en gembersiroop door elkaar en schenk over het koolmengsel. Kneed het mengsel met de hand ± 1 min. goed door.

Leg de achtergehouden koolbladeren met de nerf naar boven op een plank. Snij met een scherp mes de nerf wat af. Blancheer het blad vervolgens in een grote pan met ruim kokend water ± 1 min en laat op een keukendoek goed uitlekken. Vul de bladeren met het koolmengsel. Rol de koolbladeren om de vulling. Druppel er voor het serveren nog wat sesamolie over en bestrooi met het sesamzaad. Erg lekker in een tomatensaus. Je kunt de rolletjes daarin ook goed verwarmen.

Fermenteren

Wist je dat je Chinese kool (en spitskool) ook heel goed kunt gebruiken om zuurkool te maken? Dat kan gewoon in een jampot. Je gebruikt hiervoor de droge methode.

Chinese kool
Chinese kool

Andijvie anders

Andijvie is een heerlijke bladgroente, mits je ‘m goed bereid. Gekookt of gestooft is het al gauw snotterig en smakeloos (menigeen heeft er nog jeugdtrauma’s van). Ik eet deze groente het liefst rauw of licht gegaard: als een licht-bittere toets door de salade of op het laatste moment meegewarmd in de een puree van (zoete) aardappel. Lekker met krokant gebakken tempeh of blokjes oude kaas!

het geheim om andijvie goed te bereiden

Wil je andijvie lekker bereiden, zorg dan voor een combinatie met iets ‘romigs’ en iets ‘hartigs’. Dit geldt trouwens voor alle bittere bladgroenten. Iets romigs is niet alleen letterlijk room of kaas maar kan ook een dressing zijn, eieren of een romige puree van (zoete) aardappel en pastinaak. Peulvruchten zijn ook een goede vriend! Voor de hartigheid gebruik je ingrediënten met veel ‘umami‘ zoals tomaat, champignon, sojasaus en miso. Een snelle ‘andijvie anders’ maak je dan zo:

Fastfood Andijvie
  • Snij de andijvie* in repen van 5 cm. Spoel grondig. Wok de andijvie kort in olijfolie met wat peper en zout. Laat uitlekken in een vergiet.*ipv andijvie kun je dit gerecht ook maken met paksoi of Chinese Kool.
  • Snijd 250 gr champignons in schijfjes. Bak champignons met 400 gr gekookte kikkererwten met 2el sojasaus, wat knoflookpoeder en balsamicoazijn in een hete pan tot ze mooi goudbruin kleuren. Roer zo weinig mogelijk. Schud liever af en toe de pan even op.
  • Voeg de andijvie en 400 ml (soja)room toe en laat even pruttelen totdat de room indikt.
  • Serveer met pasta of puree of eet het zo en dep de saus met brood.

Wil je verder dan de snelle hap? Ga dan voor taart! Gebruik bovenstaand recept of verwerk een rest van de vorig dag. ( ja, je kunt nitraatrijke groenten als spinazie en andijvie gerust nog eens opwarmen. Dit itt het advies van vroeger)

Andijvie Taart
  • Maak zelf een deegje of gebruik kant en klaar bladerdeeg.
  • Meng bovenstaand mengsel met 2 eieren of 150 gram stevige tofu en een el mais zetmeel (of maizena)
  • Voeg eventueel wat gedroogde tomaten en zwarte olijven in stukjes toe.
  • Bedek een quiche vorm met het (blader)deeg. Stort de vulling erin.
  • Bak in voorverwarmde oven op 200 C, in ongeveer 20-25 minuten gaar

Met inspiratie van Leentje Kookt!

Ontvang de recepten met seizoensgroenten automatisch in je mailbox: Meld je aan voor de nieuwsbrief.

Falafel

Falafel zijn vegetarische balletjes, gemaakt van kikkererwten of ook wel tuinbonen. Deze snack uit het Midden-Oosten wordt vaak geserveerd in een pita broodje met tahini saus en sla. Een tamelijk gezonde vleesvervanger, zeker als je het in de oven klaarmaakt en verrassend makkelijk zelf te maken.

GEBRUIK NOOIT kikkererwten uit BLIK, klinkt het van de ‘echte’ koks uit het Midden-Oosten. En dat heb ik goed in mijn oren geknopt na een aantal, op zich wel interessante, pogingen waarbij de falafel ofwel enigszins zompig waren danwel helemaal uiteen vielen. ” Goh he, wat grappig dat gebakken kruim, hoe noem je dat?.”

Gebakken kruim

Een nachtje weken dus, die kikkererwten, gewoon in water (zonder zout) en dan malen in de keukenmachine. Niet koken dus! Met een staafmixer lukt het ook maar een keukenmachine is wel zo handig, zeker bij grotere hoeveelheden. Kun je gelijk de kruiden meemixen:

  • kurkuma, komijnpoeder, korianderzaad (ik vijzel het zaad fijn maar je kunt ook poeder gebruiken);
  • uitje, knoflook
  • verse peterselie en/of koriander (check even of je eters hiervan houden)
  • 1½ theelepel bakpoeder;
  • zout, peper
falafel

PROEF of het mengsel goed op smaak is, het mag best flink pittig, voeg eventeel nog wat toe en maal alles flink door elkaar.

Nu zit je met een kruimig mengsel en denk je ‘hier ga ik nooit balletjes van draaien.’ Dat klopt. Onderdruk de neiging om iets nats toe te voegen maar kneed het mengsel stevig met 1 hand tot het net een beetje aan elkaar plakt. Gebruik eventueel een beetje bloem en zet de boel een half uurtje of zo in de koelkast. Daarna vorm je met 2 lepels of je handen de balletjes, je drukt ze als het ware in elkaar. Ik gebruikte een ijslepel om mooie gelijke bollen te maken en rolde ze daarna door sesamzaad.

Traditioneel frituur je falafel in een pan of wok. Zelf speel ik ‘op safe’ en bak ze het liefst in een grilpan of in de oven. Ze worden dan iets minder knapperig en wat droog maar blijven tenminste heel en zijn veel minder vet. Aan beide zijde bakken, elke kant zo’n 3-4 minuten, tot ze goudbruin zijn.

Serveer de falafel met een pita broodje of (volkoren) couscous met veel verse kruiden (peterselie, munt, citroenmelisse etc); yoghurt tahini saus en salade.

Wil je ook op een ontspannen manier kennis maken met de vegetarische keuken of met meer gemak in de keuken staan? Je kunt je nog opgeven voor de kookvakantie in eigen land van 21-25 juni. Kijk hier voor meer informatie en/of neem contact met me op.

Fermenteer de Lente

Groene blaadjes

Hûh, fermenteren is toch iets voor het najaar of winter? Met grote witte kolen, scherpe messen en borrelende zuurkoolvaten? Bedoeld om zeelui te behouden voor scheurbuik op hun lange reis? Nou is dat laatste natuurlijk allang achterhaald. Inmiddels weten we dat je veel meer kunt met fermenteren. Elk seizoen heeft zo zijn eigen specifieke kenmerken voor wat betreft beschikbare groenten. In het voorjaar zijn dat frisse maar ook kwetsbare groene bladgroenten. Maar ook veel wilde kruiden zoals brandnetel, zevenblad, paardebloem en ontluikende eetbare blaadjes van bomen als berk, linde en beuk. Door deze te fermenteren kun je er langer van genieten en creeër je unieke smaaksensaties.

Transformatie

Fermenteren is eigenlijk heel simpel en tegelijkertijd complex en magisch! Onder invloed van bacteriën, gisten of schimmels transformeert het voedsel tot een nieuw product dat langer houdbaar, beter verteerbaar en voedzamer is. Bij groenten zijn het de melkzuurbacteriën die ervoor zorgen dat de aanwezige suikers omgezet worden in melkzuur. Dit zorgt er niet alleen voor dat de groenten zuur en lang houdbaar worden, er vinden allerlei veranderingen plaats in textuur, kleur, geur en smaak. Bovendien ontstaan er nieuwe voedingstoffen zoals vitamine C en helpen de actieve bacteriën (probiotica) onze darmen aan goede en gevarieerde flora. Geen wonder dat fermenteren juist nu weer zo populair is!

Aan ons de taak om deze melkzuurbacterieën aan het werk te zetten.
En een omgeving te creëren waarin ze kunnen floreren.
Dit doe je door kraakverse (liefst biologische) groenten te mengen met de juiste hoeveelheid ongeraffineerd zeezout (2%), vocht (afkomstig van de groenten zelf als je deze gaat kneuzen of pekelwater toe te voegen), contact met zuurstof te vermijden, temperatuur van 18-21 C en voldoende tijd om de melkzuurbacteriën hun werk te laten doen.

Benodigdheden

Veel is er niet voor nodig om thuis te fermenteren: een glazen (weck)pot volstaat en een afdekking om de groenten onder het vocht te houden (om contact met zuurstof te voorkomen) Dat kan simpelweg een groenteblad zijn of een bakpapiertje met een gewicht erop, of een plastic diepvrieszakje met water. Het is niet nodig de pot af te sluiten en zelfs niet wenselijk: naast zuur ontstaat er namelijk ook koolzuurgas. Draai de schroefdop er dus slechts losjes op zodat het koolzuur kan ontsnappen en zorg voor voldoende ruimte in de pot (vul de pot tot een paar cm onder de rand). Zet de pot ook in een schaaltje om eventueel vocht op te vangen. Laat het proces vervolgens ongestoord z’n gang gaan en open de pot pas na een of twee weken.

Lentegroente:
Andijvie, Asperges, Bloemkool, Doperwt, Groene selder, Koolrabi, Kropsla, Prei, Raap, Raapstelen, Radijs, Spinazie, Spitskool, Uien, Warmoes, Wortelen


Er zijn kortweg 2 methodes om te fermenteren: de droge en natte methode. Bij de eerste gebruik je het vocht dat ontstaat door de groenten te kneuzen met zout. Bij de tweede dompel je de groenten onder in pekelwater. De laatste is meer geschikt als je de groenten in grotere stukken wilt fermenteren.

GEFERMENTEERDE LENTEPESTO – droge methode

Voor een pot van 1 l
• 600 g zachte verse bladgroenten (of kruiden) naar keuze: raapsteel, spinazie, sla, melde, paksoi, zevenblad, andijvie, radijsloof, mosterdblad
• 200 g sjalotjes • 80 g knoflook• 20 g zout• 2 el edelgistvlokken• 1 tl citroenzeste (optioneel)

Hak de groenten, sjalotjes en knoflook fijn. Doe kruiden, knoflook, zout, edelgistvlokken en citroenzeste in een kom en kneed met je handen tot goed door elkaar tot het vocht eruit komt. Knijp de groenten uit en druk goed aan in een glazen pot. Dek af met een groot blad (bv van de paksoi of blaadje bakpapier en gebruik een diepvrieszakje gevuld met pekelwater (2% zout) als gewicht. (Dit gewicht past zich het best aan de textuur van je ferment aan en is dus erg geschikt voor pasta’s, pesto’s en salsa’s. Zo heb je minder kans op drijvende stukjes. Mocht onverhoopt het zakje toch scheuren, dan zorgt het pekelwater ervoor dat je ferment niet bederft) Laat een week tot twee weken fermenteren en zet dan in de koelkast.

GOUDEN BLOEMKOOLPICKLES – natte methode

Voor een pot van 1 l
400 g bloemkool in roosjes• 1 tl kurkuma (of twee schijfjes verse kurkumawortel)• 1 el kerriepoeder• 3 schijfjes verse gember• 1 el donker mosterdzaad• 2 blaadjes laurier• 2 limoenblaadjes• 1 stengel citroengras• 0,5 l basispekel (5%)• bloemkoolblad

Spoel de bloemkoolroosjes met ijskoud water en doe ze in de pot. Voeg de specerijen toe. Overgiet met de pekel. Dek af met een bloemkoolblad en een gewicht. Sluit de pot losjes af en zet hem in een schaaltje. Laat drie weken fermenteren. Zet daarna in de koelkast. Minstens een jaar te bewaren

Te spannend?

Deze recepten zijn afkomstig uit de Velt boek: Groenten fermenteren van seizoen tot seizoen. Vind je het toch te spannend om zelf aan de slag te gaan? Volg dan een workshop of demo.

groentefermentatie
groentefermentatie: bloemkool, lentepesto, rode kool