Eten moet je toch

‘Eten moet je toch’, placht mijn eerste baas te zeggen. Om vervolgens elk werkoverleg in een restaurant af te spreken en de rekening te declareren. –Hij was even vergeten dat hij niet meer bij een duur organisatie-advies bureau werkte, maar bij een overheidsorgaan zodat het declaratie plafond al snel in zicht zou komen- ‘Zolang ik het niet weet, hoef ik me er niet aan te houden’, was het antwoord als medewerkers hem er voorzichtig op attent maakten.

Schaamteloos of sukkel

Het waren de ‘gelukkige jaren negentig’ toen na een ernstige economische crisis de internetbubbel begon te groeien en de inkomens tot ongekende hoogte rijkten. Nou ja, voor sommigen dan. Stiekem had ik wel enige bewondering voor de schaamteloosheid van mijn ‘baas’. Nee, dan mijn collega waarmee ik de kamer deelde: jong gezinnetje, weinig geld en elke dag op de fiets naar het werk met een broodtrommeltje onder de snelbinder. Enigszins paniekerig vroeg hij zich af hoe dat nu moest toen hij was uitgenodigd voor zo’n werkoverleg in een restaurant. Hij kon dat toch helemaal niet betalen. Bovendien was het natuurlijk niet nodig want hij had gewoon brood bij zich. Hij loste het op door vooraf zijn boterhammen te eten en de lunch op een glaasje water uit te zitten. Wat een sukkel!

Die baas heeft het natuurlijk niet lang uitgehouden (ik ook niet) en vertrok binnen een jaar weer naar het bedrijfsleven. Je mag hopen – nou ja, niet echt maar toch wel een beetje – dat ‘ie ergens een lichte leververvetting of hartaanval heeft gekregen. Want echt gezond is dat eten en snelle leven niet echt. En bovendien was het natuurlijk gewoon een egocentrische asshole. Nee, dan had die collega met zijn boterhammen met pindakaas het eigenlijk beter voor elkaar.

Goed gevoed

Het is een rare paradox: als je kunt eten wat je wilt, is dat niet persé het beste. En andersom: schaarste en soberheid kunnen juist goed uitpakken. Zo is een bekend gegeven dat mensen in de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog nog nooit zo goed zijn gevoed. In haar boek ‘Koken in Oorlogstijd’ zegt culinair historicus Manon Henzen:

“Er werd weinig vlees, suiker en vet gegeten. In plaats daarvan kwam een voornamelijk plantaardig dieet van aardappelen, granen, peulvruchten, groenten en fruit, aangevuld met een beperkt aantal vetten. Hier doet het menselijk lichaam het goed op.”

Eten moet je toch, daar had die baas dan weer wel gelijk in. Dus, als je dan toch je boodschappen aan het doen bent, kies dan voor vol(w)aardig: volkoren granen, verse (liefst biologische) groenten en peulvruchten in plaats van vlees(vervanger). Dat vult en voedt gewoon beter en dan zorg je wel echt goed voor jezelf. Dan maar een sukkel.

Pompoen in een potje

Hoera! Een van mijn favoriete recepten schrijvers, Karin Luiten, is tegenwoordig into vega en heeft ook de seizoensgroenten ontdekt! Eigenlijk een logische ontwikkeling. Met haar koken zonder pakjes en zakjes toonde Karin al aan dat al die (dure) voorverpakte en bewerkte producten uit de supermarkt vooral marketing technisch slim maar niet nodig zijn. En hoe je dat dus makkelijk en veel lekkerder zelf kunt maken. – en gezonder, goedkoper… afijn.

Vega koken à la Karin is uiteraard ook zonder vleesvervangers, want: “Gezien mijn bezwaren tegen onzinnige poedermixen uit pakjes en zakjes zou het ook een beetje raar zijn om wél mijn toevlucht te nemen tot knutselvoer van gerehydrateerde sojastructuur, verdikkingsmiddel, zetmeel, zout, maltodextrine, aroma en vitamine B12“. Het heeft 19 kookboeken geduurd maar daar is ’tie dan: het ‘Vega zónder pakjes en zakjes‘ en een nieuwe kookrubriek in het nieuwe Lekker Vega magazine van de Vegetariërsbond.

Alle ingrediënten om lekker vegetarisch te eten zijn er al, die liggen namelijk gewoon sinds jaar en dag bij de groenteboer. Vegetarisch koken gaat niet om ‘iets weglaten’ of ‘iets vervangen’, veel belangrijker is creativiteit. Hoe combineer je verse ingrediënten en smaakmakers op een inventieve, slimme manier.”

De seizoensgroente van dit moment is de pompoen, en daar begint de kookrubriek van Karin mee. Een simpele pompoensoep die net dat klein beetje extra oemph krijgt door de ingrediënten te roosteren in de oven. -Snij pompoen en ui in stukken en flikker alles op een bakplaat met stukken sinaasappel en knoflooktenen; hussel met geraspte gember, olijfolie, komijn, chilivlokken en rooster dit zo’n 20 min in de oven. Vis de sinaasappel en knoflook eruit. Kieper de rest van de bakplaat in de pan en voeg het bouillon toe en mix. (de sinaasappel en knoflook knijp je erboven uit).- Zo doe je dat, een heerlijk geurend en troostrijk soepje op een mooie herfstige dag. Wil je nog meer OEMPH gebruik dan de Ethiopische kruidenmix van dit soepje.

De rest van de pompoen kun je verwerken tot deze chutney:

pompoen

Pompoen chutney

Een feest in een potje en op je bord. En in een handomdraai te maken.
Gang Bijgerecht
Keuken Fushion
Porties 3 potjes

Ingrediënten
  

  • 600 gr pompoen
  • 3 appels fris zoet
  • 2 uien
  • 1 rode peper (of 1 tl sambal)
  • 8 cm gemberwortel
  • 200 ml appelazijn
  • 200 gr oerzoet (of suiker)
  • 1 el zout
  • 1 tl zwarte peper

Instructies
 

  • Schil de pompoen in blokjes, snipper de ui en appel in kleine stukjes
  • Hak de rode peper fijn (zonder zaadjes is minder scherp)
  • Doe alles in een pan met dikke bodem
  • Rasp de gember boven de pan, voeg ook de andere ingredienten toe
  • Breng alles al roerend aan de kook en laat dan zonder deksel een uur zachtjes pruttelen
  • Stamp eventueel alles tot puree
  • Schep gloeiend heet in brandschone potjes en draai de deksel erop. Laat afkoelen

Notities

Normaal hoef je pompoen aan het begin van het seizoen niet te schillen, maar om een gladde chutney te krijgen is het wel handig.
Een open potje is in de koelkast een paar weken houdbaar. Zijn de potjes goed schoon en heet afgevuld, dan kun je deze wel een jaar bewaren.
Trefwoord appel, pompoen, wereldkeuken

Atjar

Atjar is een heerlijke smaakmaker uit de Indonesische en Indische keuken. Atjar betekent ‘zuur’ en gebruik je meerdere groenten dan heet het atjar tjampoer (gemengd zuur). Deze atjar is alleen van courgette en uien, maar een verloren worteltje kan er ook makkelijk bij voor het kleuraccent. Andere groenten die je erbij kunt doen zijn witte-, of Chinese kool en paprika.

Kleine courgettes zijn het lekkerste om zo te eten (of als tapas, zie hiervoor). Maar ben je op vakantie geweest of let je even niet op dan zit je ineens met zo’n joekel in je maag. In de soep is dan het enige wat rest (of de composthoop) maar op een gegeven moment heb je het wel gehad met de courgette.

Op BD boerderij de Oosterwaarde  is elke zomer een inmaakploeg actief. Eerst worden de augurken ingemaakt en vervolgens zijn de courgettes aan de beurt. Het is altijd heel bevredigend aan het eind van de dag de rijen volle potten te zien. Op deze manier kun je de courgette goed gebruiken en heb je nog wat in de winter. Dit is het recept wat we gebruiken:

  • Rasp op de grove rasp 2 kg schone courgettes (niet geschild) en 650 gram ui (wel geschild) en meng ze goed door elkaar.
  • Voeg 1 el. zout toe en zet het mengsel in een vergiet om minimaal 1 uur uit te lekken. Pers het ieder kwartier uit.
  • Doe in een grote pan: het ui-courgette mengsel; 1,35 l. azijn; 125 gr suiker, 1 el. koenjit; 1 el. peperkorrel; 1 el. dragon’; 1 volle el. selderijzout.
  • Breng aan de kook en laat 15 min. sudderen tot alles mooi geel is.
  • Schep het hete mengsel in schone potten en schroef de deksel goed dicht. Laat de potten onderste boven afkoelen.
  • Laat de potten minstens 6 weken staan voor gebruik zodat de smaken goed zijn ingetrokken. De atjar blijft heel lang houdbaar mits goed ingemaakt (schoon en vacuüm)

Ui, sjalot & bosui

ui-sjalot-&-bosui wat is het verschil en hoe maak je de perfect gebakken uien

De ui is een bolgewas en verwant aan de prei, knoflook en bieslook. Het is een van de meest populaire groenten, alhoewel ze in ons land vooral als smaakmaker wordt gebruikt. In vele andere landen geldt de ui als volwaardige groenten, en terecht! Er zijn maar weinig gerechten waarin je de ui niet kunt gebruiken. We onderscheiden rode, witte en gele uien. De witte hebben een relatief zoete smaak, de gele varieren en de rode zijn rauw wat pittiger. Als er in recepten een ui als ingredient staat genoemd, wordt veelal de (gele) ui bedoeld.

De sjalot is een kleine, enigszins langwerpige uiensoort, subtieler dan de grote broer. Volgens (mijn) groentengoeroe Mari Maris kun je ui in een gerecht altijd vervangen door sjalot, maar sjalot niet altijd door ui. Dat heeft met de smaak te maken. Sjalot is rauw lekker pittig en kun je heel fijn gesnipperd gebruiken in dressings of salade. Gebakken hebben ze een heel fijne smaak.

Bosui, ook wel lenteui genoemd, is nauw verwant aan bieslook en heeft net zulke holle stelen. Bosuitjes worden meestal rauw gebruikt: bij verhitting verliezen ze hun smaak. Gebruik ze in salades of snipper als laatste over een gerecht. Je kunt de hele stengel gebruiken, zowel het wit als het groen.

“Fruit een uitje”, staat er dan in het recept. Maar wat is dat eigenlijk?
Fruiten is: op laag tot middelhoog vuur bakken in olie of boter, zodat de ui langzaam zacht wordt en zo zijn suikers kan afgeven. – En niet op vol vermogen cremeren zodat je een bittere, zwartgeblakerde harde prut krijgt-

Zacht, zoet met knapperige randjes, zo maak je perfect gebakken uien:

  • Gebruik een pan met een dikke bodem en verhit daarin boter met een scheut olie (of alleen olie, boter heeft de neiging snel te verbanden).
  • Voeg (gesneden) ui toe met wat zout (door het zout laat de ui vocht los waarin het kan garen)
  • Na een paar minuten beginnen de uien glazig te worden. Blijf roeren zodat de ui niet aanbrandt.
  • Laat de ui helemaal zacht worden, zonder dat ze verkleuren. Dit kan rustig 4-10 minuten duren.
  • Wil je knoflook fruiten, voeg deze dan nu toe en laat ook deze rustige zacht worden.
  • Na een tijdje mag het vuur wat hoger. De vrijgekomen suikers in de ui karamelliseren en geven een zoete smaak en goudbruine kleur.
Bloemkool met gefruitte sjalotjes

1 bloemkool zout
1 eetlepel olijfolie
2 sjalotjes
2 teentjes knoflook
1 theelepel sambal oelek
2 eetlepels citroensap
1 deciliter creme fraîche
2 eetlepels ketjap manis

Snij de bloemkool in roosjes en kook in ong. 10 minuten gaar (met zout), spoel koud af.
Fruit de sjalot met knoflook en sambal (zoals hierboven beschreven)
Voeg de citroensap met heet water en creme fraiche toe en breng aan de kook
Doe de bloemkool met ketjap erbij en warm alles door.

Bosbiet

Bosbiet is natuurlijk niks anders dan ‘een bos bieten’: we bedoelen daarmee de kleine ‘zomer’bietjes die met blad aan elkaar gebonden is. De zomerbiet is zoeter en frisser dan de wintervariant en kun je zowel gekookt als rauw eten. Ga je de biet koken, hou er dan rekening mee dat deze veel sneller gaar is. In partjes gesneden bakken in olijfolie zijn ze in ca 5 minuten gaar. Het blad kun je ook gebruiken! Dus eigenlijk heb je twee groenten voor de prijs van 1. Vandaar ook 2 recepten.

Bietencarpaccio

Mooi om de (rauwe) biet overdwars in heel dunne plakken te snijden zodat je de tekening goed ziet. Schik de plakken op een bord, zoals carpaccio en besprenkel met azijn, goede olijfolie, grof zeezout en peper. Zo al lekker maar leuk om het af te maken met garnering.
Biet combineert goed met iets ‘zuurs’ en fris, dus gebruik (granaat)appel, citrus, cranberry, dille, kappertjes, kervel, munt en venkel. Ook geiten-, of blauwe kaas is er lekker bij. Vergeet het blad niet!

Bietenblaadjessoep
  • flinke bos bietenblaadjes (ongeveer 150 gram)
  • 2 à 3 tenen knoflook
  • 2 sjalotten
  • olijfolie
  • bouillon (of water)
  • peper/zout
  • (0,8 dl room (half stijf geslagen) of crême fraiche)
  • (madeliefjes of andere eetbare bloemetjes (onbespoten uit de tuin) of anders tuinkers)

Fruit de bietenblaadjes in een ruime pan met knoflook, sjalot en olie. Voeg als de sjalot glazig is de bouillon toe totdat alles onderstaat (minimaal 1 liter). Breng aan de kook en draai het vuur dan laag. Laat een tijdje zachtjes koken totdat het blad helemaal gaar is. Pureer de soep en maak op smaak. Verdeel de soep over de kommen/borden en garneer met een dot room/creme fraiche en de bloemetjes (optioneel)

Je kunt natuurlijk ook nog deze recepten maken met biet:

Groene blaadjes

Heb je een eigen moestuin of zo’n fijne tuin waar ‘je de vruchten van mag plukken’, dan begint de aanvoer gestaag op gang te komen. Wat opvalt is vooral de hoeveelheid SLA en als aanvulling andere GROENE BLAADJES (spinazie! andijvie!). Bereid je maar voor, dit gaat voorlopig niet ophouden. En dubbele bonus: je kunt ook het blad van andere groenten, bijvoorbeeld van radijs, broccoli of worteltjes, gebruiken! Dus, voor je overweldigd raakt, in deze aflevering: wat te doen met al dat groen.

tip 1 Hoe te bewaren

Die fijne blaadjes verleppen snel, dus snel in de koeling ermee. Groenten met een worteltje, zoals raapstelen of radijs, kun je in een kommetje water in de koelkast of kelder te zetten. Sla/andijvie etc. wikkel je in een (natte) theedoek en leg je in de groentela. Is je groen verlept? Zet het dan onder water zodat het zich weer goed vol kan zuigen.

TIP 2 Wassen

Doe de sla krop of losse blaadjes in ruim water, de zanddeeltjes zakken vanzelf naar de bodem. Niet teveel raggen of de harde straal erop, daarmee beschadig je al dat mooie groen. En ook niet eerst snijden: anders verdwijnen al die in-water-oplosbare-vitamines uit je sla. Gebruik liefst een grote kom of teil en gooi het waswater daarna in de tuin (zonde om te verspillen). NB Zit er veel ongedierte in je groente, doe dan een flinke schep zout in het water. Dat water gooi dan niet meer in de tuin maar gebruik je bv om je wc door te spoelen. Dep je sla voorzichtig droog met een theedoek of knoop de theedoek dicht om de sla en slinger dan (in de tuin!) het water eruit.

Tip 3 Eten!

Om ervoor te zorgen dat je het bladgroen ook daadwerkelijk eet, is het handig deze te verwerken tot ‘hapklare stukken’. Sla dus direct wassen, droogdeppen of slingeren, scheuren (niet snijden!) en liefst in een doorzichtige tupperware doos op een zichtbare plek in de koelkast zetten. Zo pak je iedere keer wat je nodig hebt.

Tip 4 Dressing apart

Pure rauwkost is echt konijnenvoer. Met een goede dressing maak je er pas echt een ‘culinair’ hoogstandje van. Maak de dressing eerst: dan kunnen de smaken zich goed ontwikkelen. Doe m pas als laatste over de (blad)sla want die verlept namelijk erg snel. Beter nog meng ‘m helemaal niet door de sla. Je kunt het restant dan nog goed bewaren in de koelkast (dat geldt voor zowel de sla als de dressing!) – Voor wat hardere kool of wortelsoorten geldt dat overigens niet: die mogen best een tijdje ‘marineren’.- Kijk hier voor meer salade ideeën en een lekkere dressing voor bladsalades.

Een basis vinaigrette (dressing op basis van azijn) is
4 el olie op 1-2 el azijn, 1 tl mosterd (voor de binding) en peper/zout.
Roer eerst de mosterd en azijn door elkaar, voeg dan pas al kloppend de olie toe
.
Tip 5 Meer dan sla

Heb je nog steeds een berg groene blaadjes? Door te hakken of te stoven verklein je het volume en kun je heel veel groen kwijt. Wat dacht je van:

  • Groene smoothie: mix bladgroen met fruit en (plantaardige) melk en je hebt een supergezond drankje
    Andijvie smoothie: 1 grote hand andijvie (50 gram) * 1 appel * ¼ avocado * 1 tl (rauwe) honing *200 ml ongezoete amandelmelk (of gewoon water
  • Slasoep: Al jaren de topper uit het recepten boek van CSA de Oosterwaarde
    Snij een uitje fijn en bak deze zachtjes in een beetje olie; doe er kleine blokjes aardappel bij en bak even mee; beetje kerrie erbij; dan de sla even meesmoren (deksel op de pan); overgieten met bouillon of water en even doorkoken totdat de aardappel gaar is; met staafmixer glad maken en op smaak brengen met peper/zout en verse kruiden (bv bosui).
  • Sag Panir: de klassieker Palak (spinazie) met panir kan ook met allerlei groene blaadjes gemaakt worden en heet dan ‘sag’
  • Groene Shakshuka: make it green ipv rood.
  • Fermenteren: en natuurlijk kun je de blaadjes ook fermenteren! Fermenteer de Lente en maak een basis voor pesto!

Ook zin in een tuin ‘waar je zelf de vruchten (of sla!)’ van kunt plukken’? Je kunt je nog opgeven bij zelfoogstuin ‘De Overkant’. Tuinders Laurens en Sander dragen zorg voor de verzorging en het onderhoud van de tuin. Jij hoeft alleen te oogsten. Maar helpen mag natuurlijk altijd!

,

Broccoli Fast food

Heerlijk, het zelfoogstseizoen is begonnen! Ik mocht al even ‘koppensnellen’ vorige week op Tuinderij De Overkant: de hoofdknop van de broccoli eraf halen zodat de zijscheuten gaan groeien. Deze kun je dan blijven oogsten waarna ze weer doorgroeien zodat je er het hele seizoen plezier van hebt. Dit doen ze trouwens alleen op de (moes)tuin. In de ‘professionele’ teelt oogsten ze alleen de hoofdscherm. Want ja, ‘de consument’ wil natuurlijk alleen maar groot stuk broccoli…. Tss weten wij veel.

Het woord broccoli is het meervoud van het Italiaanse woord ‘broccolo’.
Broccolo betekent “de bloeiende top van een kool”.

Broccoli is het groene broertje (zusje?) van de bloemkool. Feitelijk is de broccoli die we eten een scherm van allemaal nog kleine gesloten bloemknoppen. Van de plant kun je ook de bladeren eten en de stengel is uitstekend geschikt voor de soep. Broccoli is ongelofelijk gezond maar bovenal erg lekker. Je kunt het rauw, gestoomd of gekookt eten. Rasp bijvoorbeel de broccoli en eet het als ‘rijst’ of voeg kleine roosjes aan een salade toe. Door de broccoli zo rauw mogelijk te eten, behoud je de meeste voedingswaarde.

Het allerlekkerste vind ik het om de broccoli te grillen of zoals in onderstaand recept half te roosteren en te smoren. Met maar een paar ingrediënten en in weinig tijd heb je een heel lekkere en voedzame maaltijd op tafel! sowieso is het handig om een paar recepten achter de hand te hebben waarmee je snel iets op tafel kunt zetten. Stone soup is mijn inspiratiebron hiervoor: snelle recepten met maar 5 ingrediënten.  Dit broccoli recept is er een van:

Fast food broccoli met tahin en kikkererwten
  • Een pan met dikke bodem op het vuur zetten en goed heet laten worden (je kunt olie toevoegen maar het is niet persé nodig)
  • Roosjes van de broccoli snijden en de stengel in stukjes (of alleen de roosjes gebruiken als je genoeg hebt en de stengel bewaren voor soep)
  • De broccoli wassen en met aanhangend water in de pan doen: afdekken met een deksel (het is essentieel om af te dekken zodat de onderkant van de broccoli bakt en de bovenkant gaar stoomt)
  • Na twee minuten even kijken hoe het gaat. Voeg wat gare kikkererwten toe en laat het mee warmen*
  • Ondertussen roer je een flinke lepel notenpasta, tahin (sesampasta) of pindakaas los met wat heet water
  • Check of de broccoli gaar is: als het goed is is de bovenkant nog fris groen en de onderkant mooi bruin dichtgeschroeid (als het zwart is moet je alsnog naar de winkel)
  • Schep op een bord en giet de notensaus eroverheen

Met de kikkererwten en de tahin erbij heb je meer dan voldoende eiwit e pakken voor een maaltijd. Om het helemaal af te maken, serveer de broccoli in een wrap of met een graan.

Enjoy!

Rabarber

Goh, wat heerlijk euh ouderwets, zei mijn buurvrouw toen ik vroeg of ze wat rabarber wilde hebben. Ouderwets? Rabarber is toch geen vergeten groente? Maar kennelijk is dit ook weer zo’n voorbeeld van een groente die je vooral eet als je zelf een moestuin hebt. Want voor moestuinierders is rabarber ideaal: het is een van de weinig vaste planten in de moestuin. Eenmaal in de tuin heb je er geen omkijken meer naar en je kunt er van blijven plukken, althans tot ongeveer de langste dag. Daarna wordt de hoeveelheid oxaalzuur in de stengels te hoog en moet de plant weer op krachten komen voor het volgend jaar.

Je zou bijna denken dat rabarber fruit is omdat het vooral als zoet gerecht wordt gegeten:

  • heerlijke rabarbermoes maak je door de stelen in stukken van 2 cm te snijden en op te zetten met een beetje water. Als de stukken helemaal uit elkaar zijn gevallen is de moes klaar. Zoeten door je door een beetje suiker toe te voegen, rozijnen of een paar dadels. Lekker met vanillevla of met opgeklopte eiwit / slagroom. Door de eiwit raak je gelijk het stroeve aan je tanden kwijt.
  • Rabarber is een goeie combinatie met aardbeien, bv in jam
  • Rabarbertaart, -crumble of cake zijn ook klassiekers, zie ook deze rabarbercake met balsamico

Zelf ben ik verzot op de hartige recepten met rabarber. De eerste rabarber uit de tuin vieren we met deze goddelijke combinatie met rode biet en een crème van geitenkaas. Zuur, zoet, zout, afgemaakt met een beetje ‘bitter’ van citroenschil en wat kiemen.

Tarte tatin van rabarber met rode biet.
Wat een goddelijke combinatie met een creme van geitenkaas .
Zuur, zoet, zout, afgemaakt met een beetje ‘bitter’ van citroenschil en wat kiemen

Rabarber-biet tarte tatin

Een goddelijke combinatie van rabarber met rode biet en een creme van geitenkaas . Zuur, zoet, zout, afgemaakt met een beetje ‘bitter’ van citroenschil en wat kiemen
Gang Bijgerecht
Porties 8

Ingrediënten
  

  • Ingredienten deeg
  • 200 gram bloem
  • 125 gram koude boter in blokjes,
  • 1 groot ei
  • 3 el koud water
  • snuf zout.
  • Ingrediënten vulling:
  • 400 gram rode bieten circa 2 grote bieten,
  • 150 gram rabarber circa 2 stengels,
  • 2 flinke knoflooktenen in de lengte in plakjes,
  • 1 volle eetlepel oerzoet of bruine suiker
  • 2 eetlepels balsamicoazijn
  • 3 eetlepels olijfolie
  • rasp van een halve citroen.
  • Ingrediënten geitenkaas crème:
  • 125 –150 gram zachte geitenkaas
  • 3 eetlepels kwark of crème fraîche
  • alfalfa of andere kiemen,
  • optioneel: citroenrasp en peterselie.

Instructies
 

  • Verwarm oven voor op 200C
  • Begin met de vulling:
  • Neem ong 400 gram (rauwe) bieten, boen ze goed schoon en snij harde kontjes eraf, kleintjes snij je doormidden en grotere bieten in dikke plakken van ong 2 cm. Hussel door de olijfolie en doe in een bakvorm (gebruik een quichevorm) met de bolle kant naarboven. Bak ong 25 min in de oven;
  • Was 2 stengels rabarber (ong. 150 gr) en snijd in stukken van 2 cm; neem 2 grote knoflooktenen en snij deze in de lengte in plakjes. Meng met de geroosterde biet (als deze klaar is) en 2 el balsamicoazijn.
  • Maak het korstdeeg:
  • Meng 200 gr bloem, 125 gr (geraspte) koude boter en een snuf zout met je handen tot het gaat kruimelen. Voeg het grootste deel van een geklutst ei toe en zoveel koud water (2-3 el) totdat je het kunt mengen tot een samenhangend deeg. Maak er een mooie bal van. (zet eventueel nog even in de koelkast als het te plakkerig is geworden.
  • Bestuif je werkblad met bloem en rol het deeg uit tot een lap die net wat groter is dan de vorm.
  • Maak de tarte:
  • Vet de (quiche)vorm goed in en bestrooi met 1 el oerzoet (of bruine suiker). Leg eerst de bieten knus tegen elkaar aan op de bodem en vul op met het rabarber/knoflook mengsel, schep de balsamicoazijn erover en doe er wat geraspte citroen over.
  • Leg de lap deeg over het mengsel en stop de randen goed in (dus in de schaal en niet over de rand). Prik een gat in het midden, zodat de hete lucht eruit kan. Bestrijk het deeg met restant geklutst ei.
  • Zet de tarte tatin in de oven, verlaag de temperatuur naar 180C, en bak in ongeveer 30-35 minuten mooi goudbruin.
  • Haal de tarte tatin uit de oven en laat een paar minuten staan. Leg een bord op de vorm en draai voorzichtig met vorm en al om. Let op: er kan vocht uitkomen. Als er wat stukjes biet of rabarber uitvallen, kun je deze gewoon weer terugleggen.
  • Afmaken
  • Roer ong. 150 gr geitenkaas los met een beetje kwark. – doe dotjes geitenkwark op de (afgekoelde) taart of serveer het er los bij. Garneer de taart met alfalfa of andere kiemen.
Trefwoord biet, korstdeeg, rabarber

Aspergetaart

Twee favoriete voorjaarsgroenten in dit gerecht: asperges en raapstelen. Heb je geen of te weinig raapsteeltjes, gebruik dan gerust spinazie, brandnetel of zevenblad.

aspergetaart met raapsteel

Aspergetaart met raapstelen

Porties 4

Ingrediënten
  

  • 5 – 7 plakjes bladerdeeg* ontdooid
  • 1 rode ui in halve ringen
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 el havervlokken of paneermeel
  • 1 a 2 bosjes raapsteeltjes
  • 4 – 6 asperges 200 gr, groen en/of wit
  • 3 eieren
  • 1 el olijfolie
  • 150 g geraspte kaas
  • 100 g crème fraîche of yoghurt
  • klein handje verse dragon of 2 tl gedroogd

Instructies
 

  • Verwarm de oven voor op 180 ­°C.
  • Snijd van de asperges het onderste houtige stukje af. Leg de asperges plat neer en schil ze met een dunschiller rondom, (bij de groene hoeft dat niet). Kook de asperges in een paar minuten beetgaar en spoel ze meteen af onder de koude kraan zodat ze niet meer verder garen.
  • Was de raapsteeltjes en hak ze fijn (steeltje kan erbij). Goed uit laten lekken en dan in olijfolie roerbakken totdat ze slinken.
  • Bak in nog een beetje olie of boter de ui en knoflook.
  • Vet een een (quiche)vorm (van zo’n 24 cm) in en bekleed met de plakken bladerdeeg plakjes, zo dat ze goed aansluiten. Strooi wat havervlokken of paneermeel op de bodem.
  • Leg de raapsteeltjes op de bodem, drapeer de asperges daar weer op als een zonnetje. Strooi de ui ringen erover.
  • Klop de eieren los met de crème fraîche/yoghurt, wat zout en peper, dragon en de kaas en schenk over het geheel.
  • Zet de vorm in het midden van de oven en bak in een half uurtje gaar.

Notities

Heb je geen of te weinig raapsteeltjes, gebruik dan gerust spinazie, brandnetel of zevenblad.
De schillen en het kookvocht niet weggooien! Hiervan maak je een heerlijke soep!

Vind je het ook zo irritant als je net een paar plakjes bladerdeeg overhoudt? Maak er soepstengels van! Kwast in met losgeklopt ei, bestrooi met sesamzaad, geef ze een kleine twist en bak dan ong. 10 min goudbruin in de oven. Serveer de aspergetaart met een soepje, sesamstengels en een vrolijke radijsjes salade.

aspergetaart met raapsteel

Brandnetel

Het is groeizaam weer, zou mijn opa zeggen, al is het nog wel koud. Alles knalt in èèn keer de grond uit. In een mum van tijd is mijn achtertuin veranderd in een salade bar: volop paardenbloemen, zevenblad en diverse kruiden zoals daslook en bloedzuring.  Al met al genoeg voor een maaltje uit de tuin. Voor de brandnetel moet ik (gelukkig) iets verder weg. Op een wat achteraf gelegen landweggetje kan ik meer dan genoeg plukken. 

Pak een brandnetelblad stevig vast, maak er een rolletje van en je kunt het zo in je mond stoppen. (bij grote hoeveelheid gebruik je liefst een paar handschoenen). Als je een brandnetelbosje telkens afknipt heb je de hele zomer een voorraad jonge en verse toppen;

Brandnetel zit barstensvol met goede voedingsstoffen. Het een zeer goede plant tegen anemie of bloedarmoede, mineraaltekorten, zwakte, ouderdomszwakte, beenkrampen, voorjaarsmoeheid of na tijdens het herstel van een langdurige ziekte. Uitstekend dus om na de winter je immuun systeem te versterken. Moestuinders weten dit ook heel goed, zij gebruiken brandnetelgier als versterkend middel voor de planten.

versterkend middel

Wat kun je nu doen met deze overvloed, behalve eten als salade? Even stoven in de pand bv met een uitje en flink wat knoflook, wat geklutste eieren erbij met melk of room en je hebt een heerlijke fritata. Of als soep: na het stoven bouillon toevoegen en de staafmixer erdoor. Als groene bladgroenten toevoegen aan je smoothie… Eigenlijk alle gerechten waarin je ook spinazie gebruikt, zoals ook deze.

Gerechten verrijken

Brandnetels zijn ook prima te drogen tussen lagen papier dan heb je er ook later in het jaar plezier van. De gedroogde brandnetels kun je gebruiken als thee (hoef je nooit meer een zakje te kopen) Maar het leukste is om je gerechten te verrijken met (al dan niet gedroogde) brandnetel: toevoegen aan het deeg als je brood bakt, door soepen of sauzen of door (zelfgemaakte) pasta. Wist jij dat het zo makkelijk is om zelf pasta te maken? De brandnetel geeft er een prachtig groene kleur aan.

Wist jij dat het zo makkelijk is om zelf pasta te maken?
De brandnetel geeft er een prachtig groene kleur aan.
recept Brandnetel pasta
  • Neem een flinke hand verse brandnetels en snijd dit in stukken. (Je kunt ook alleen het blad gebruiken). Stoom dit een minuut of 15 op een rekje boven een pan met kokend water en doe het in de blender.
  • Voeg een ei toe per 200-300 gram en maak er een soepele massa van. Voeg zoveel bloem toe dat je een deegje krijgt dat niet meer plakt aan de handen.
  • Laat het deeg onder een vochtige doek 15 minuten rusten en rol het dan uit tot een dunne lap. Snij hiervan smalle stroken. Vier minuten koken in ruim water is genoeg. Serveren met een klontje (lente)boter, pesto of hoe je je pasta normaal graag klaarmaakt.

Het recept voor een brandnetel pasta vond ik ooit hier